Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- met verbetering en aanvulling van de bewijsvoering;
- met uitzondering van de opgelegde straf en de strafmotivering;
- met uitzondering van de toepasselijke wetsartikelen.
De brandstichting op 12 november 2017 (feit 4)’wordt vervangen door het volgende kopje: ‘
De diefstal en de brandstichting op 12 november 2017 (feiten 3 en 4)’.
Belastende verklaring [getuige 1] ’aan met de volgende overwegingen.
aanmaakblokjesop de
stoelenhad gelegd. Hierbij heeft het hof tevens betrokken dat in het geheel niet is gebleken dat [getuige 1] ten tijde van het afleggen van haar belastende verklaring op een andere wijze dan uit de mond van verdachte kennis van de inhoud van het dossier had. In dat kader merkt het hof nog op dat het televisieprogramma Bureau Brabant op Omroep Brabant eerst op 29 januari 2018 aandacht heeft besteed aan de busbranden bij Arriva door onder andere het tonen van camerabeelden. [getuige 1] heeft haar verklaring bij de politie al op 26 januari 2018 afgelegd, naar aanleiding van een WhatsApp-bericht van een vriendin van haar met daarin een screenshot van een kennelijke vooraankondiging van de betreffende uitzending van Bureau Brabant. Ook op de website van Bureau Brabant was niet de informatie vermeld die [getuige 1] bij de politie heeft verklaard. [4]
Zendmastgegevens’ op pagina 8 van het vonnis, wordt vervangen door de volgende overweging.
wederomeen misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. In de onderhavige zaak is ten laste gelegd en bewezen verklaard dat ten gevolge van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde brandstichtingen telkens gemeen gevaar voor goederen is veroorzaakt. Aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht is daarmee naar het oordeel van het hof niet voldaan.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;