8.9.[appellant] stelt dat de algemene voorwaarden van [geïntimeerde] nooit met hem zijn besproken (grief 5). Voor zover hij daarmee wil betogen dat de algemene voorwaarden daarom niet van toepassing zijn, dient deze stelling te worden verworpen. Bij de beantwoording van de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, dienen de maatstaven te worden aangelegd die in het algemeen gelden bij de totstandkoming van overeenkomsten. De toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan dus worden aangenomen indien zij door de gebruiker is voorgesteld en door de wederpartij is aanvaard. In dit geval staat op de opdrachtformulieren duidelijk vermeld dat de koper akkoord gaat met de hem bekende verkoop-, levering- en betalingsvoorwaarden van [geïntimeerde] . Bij het sluiten van de overeenkomst door de ondertekening van de opdrachtformulieren heeft [appellant] zich akkoord verklaard met de op de achterzijde van het opdrachtformulier afgedrukte algemene voorwaarden. Dat [appellant] op het moment van ondertekening niet bekend was met de inhoud van de algemene voorwaarden, staat aan toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet in de weg. Hij is ook dan aan de algemene voorwaarden gebonden als bij het sluiten van de overeenkomst de gebruiker - [geïntimeerde] - begreep of moest begrijpen dat [appellant] de inhoud daarvan niet kende (artikel 6:232 BW). Voldoende is dat voor of bij het sluiten van de overeenkomst naar de algemene voorwaarden wordt verwezen. Hieraan is, zoals hiervoor overwogen, voldaan. [appellant] erkent ook dat de algemene voorwaarden aan hem ter hand zijn gesteld bij het sluiten van de overeenkomst (punt 3.26 memorie van grieven). Hieruit leidt het hof af dat [appellant] zijn in eerste aanleg gedane beroep op vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden, omdat deze niet aan hem ter hand zijn gesteld, niet langer handhaaft.
8.10.1.[appellant] stelt daarnaast dat het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden (artikel 4 lid 5) dat [geïntimeerde] aan haar vordering ten grondslag legt, op grond van artikel 6:233 sub a BW vernietigbaar is, omdat het beding onredelijk bezwarend is (grief 5). [appellant] voert in dat verband aan dat het beding staat op de zogenaamde “grijze lijst” van artikel 6:237 BW, waardoor al vermoed wordt dat het beding onredelijk bezwarend is. Daarnaast komt het beding voor op de zogenaamde “blauwe lijst”, behorende bij de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG), wat een indicatie is dat het beding een oneerlijk beding is in de zin van die richtlijn en dus voor het onredelijk bezwarend karakter daarvan, aldus [appellant] .
8.10.2.Door [geïntimeerde] wordt niet bestreden dat het annuleringsbeding is aan te merken als een beding, zoals omschreven in artikel 6:237 aanhef en onder i BW, te weten een in algemene voorwaarden voorkomend beding dat voor het geval de overeenkomst wordt beëindigd anders dan op grond van een tekortkoming van de wederpartij in de nakoming van haar verbintenis, de wederpartij verplicht een geldsom te betalen. Dit betekent dat het beding wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn, behalve in het geval het gaat om een redelijke vergoeding voor door [geïntimeerde] gederfde winst en geleden verlies. Het ligt op de weg van [geïntimeerde] om aannemelijk te maken dat een bedrag aan annuleringskosten ter hoogte van 35 % van de contractsom een redelijke vergoeding is van de door [geïntimeerde] gederfde winst en geleden verlies als gevolg van de annulering van de overeenkomst door [appellant] .
8.10.3.Ten aanzien van haar geleden verlies en gederfde winst stelt [geïntimeerde] onder verwijzing naar de brief van [accountantskantoor] accountantskantoor van 15 januari 2017 (productie 19 bij conclusie van repliek) dat haar gemiddeld te realiseren brutowinstmarge ofwel de dekkingsbijdrage in 2015 blijkens de jaarcijfers 51 % (€ 0,51 per euro) bedroeg waarvan alle kosten van [geïntimeerde] dienden te worden betaald. Een groot deel van de montagekosten bij het niet doorgaan van de order vervalt weliswaar, maar een deel daarvan alsmede een groot deel van de algemene kosten (planning, werkvoorbereiding, uitmeten, orderverwerking, administratie, directie, verzekeringen, accountant, advocaat) zijn op dat moment al gemaakt en dekking voor de algemene kosten van [geïntimeerde] zou wegvallen als geen annuleringskosten worden gerekend voor een al afgesloten en ondertekende order, aldus [geïntimeerde] .
8.10.4.De redelijkheid van de door [geïntimeerde] gevorderde vergoeding wordt gemotiveerd door [appellant] betwist. [appellant] voert onder meer aan dat ieder bewijs zoals jaarstukken ontbreekt voor de stelling dat de dekkingsbijdrage 51 % bedraagt, dat niet is gesteld welk deel van de 51 % dekkingsbijdrage uit winst bestaat en welk deel uit algemene kosten, dat er ten onrechte bepaalde kosten worden meegerekend in de kosten die gecompenseerd zouden moeten worden uit de 35 % en dat een cijfermatige onderbouwing of berekening die ten grondslag ligt aan de hoogte van het percentage aan annuleringsvergoeding eveneens ontbreekt.
8.10.5.Naar het oordeel van het hof is tegenover voornoemd verweer van [appellant] voorshands onvoldoende aannemelijk geworden dat de door [geïntimeerde] gevorderde annuleringsvergoeding een redelijke vergoeding is voor de door haar als gevolg van de annulering van de opdracht gederfde winst en geleden verlies. Nu [geïntimeerde] op dit punt bewijs aanbiedt, zal het hof [geïntimeerde] in de gelegenheid stellen om bij akte nader met schriftelijke bewijsstukken (zoals een gedetailleerde begroting) te onderbouwen wat de daadwerkelijk reeds gemaakte kosten zijn, m.a.w. de concrete kosten die in dit geval zijn gemaakt voorafgaande aan de uitvoering van deze opdracht, en wat de verwachte gederfde winst was in dit concrete geval. Voormelde opstelling van gemaakte kosten en gederfde winst dient kenbaar geverifieerd en voor juist ondertekend te zijn door voormelde accountant van [geïntimeerde] .