3.1.De kantonrechter heeft in rechtsoverweging 3.1. van het bestreden vonnis de feiten vastgesteld waarvan in dit geding is uitgegaan. Daartegen is geen grief gericht, zodat deze feiten ook in hoger beroep het uitgangspunt vormen. Deze feiten luiden, voor zover in hoger beroep relevant, als volgt.
a) [geïntimeerde] heeft na bemiddeling van de door (een rechtsvoorganger van) Dexia ingeschakelde verkooporganisatie Spaar Select B.V. (hierna: Spaar Select), met een rechtsvoorganger van Dexia twee op 26 april 2011 gedateerde overeenkomsten gesloten, aangeduid als “4=10 Effect Maandbetaling” (contractnummers: [contractnummer 1] en [contractnummer 2] ).
b) De lening bedroeg € 46.778,12 per contract, dus in totaal € 93.556,24. Met het geleende bedrag heeft Dexia voor rekening en risico van [geïntimeerde] op 25 april 2001 aandelen in vier fondsen (AHOLD, ING, Kon. Olie en Unilever) gekocht.
c) Deze overeenkomsten zijn aangegaan voor de duur van 120 maanden.
d) Dexia heeft deze overeenkomsten voor afloop van de contractduur beëindigd.
e) Naar aanleiding van de aanmaning van Dexia bij brief van 20 mei 2005 heeft [geïntimeerde] bij brief van 31 mei 2005 aan Dexia onder meer het volgende medegedeeld:
“(…) In 2001 heb ik de overeenkomsten gesloten met een looptijd van vier jaar (…). Ik heb destijds voor een vierjarige overeenkomst gekozen om uit de opbrengst de studies van mijn dochters te kunnen betalen.
Graag zou ik door u geïnformeerd worden over de actuele waarde van de met mijn maandtermijnen aangekochte aandelen.
Na bedoelde opgave zal ik beslissen of en hoeveel aandelen verkocht moeten worden. (…)”.
f) Bij ongedateerde brieven heeft Dexia aan [geïntimeerde] een “eindafrekening” toegezonden. Rekening houdend met de koersen van de verkochte aandelen op respectievelijk 8 november 2005 (contractnummer [contractnummer 2] ) en 12 januari 2006 (contractnummer [contractnummer 1] ) vordert zij bij die eindafrekeningen betaling van € 15.980,33 (contractnummer [contractnummer 1] ) en € 16.918,30 (contractnummer [contractnummer 2] ).
g) Inzake de afwikkeling van de effectenleaseovereenkomsten heeft [geïntimeerde] verklaard niet gebonden te willen zijn aan de bij beschikking van het hof Amsterdam van 25 januari 2007 als verbindend verklaarde Duisenberg-regeling (de “opt-outverklaring”).
h) Overeenkomstig het zogenoemde Hofmodel heeft Dexia aan [geïntimeerde] verzocht gegevens te verschaffen teneinde te kunnen beoordelen of ten gevolge van de contracten met Dexia sprake is geweest van een aanvaardbare of onaanvaardbaar zware financiële last. [geïntimeerde] heeft daarop niet gereageerd door het aanleveren van de gevraagde (financiële) informatie.
3.2.1.In deze procedure vordert Dexia, in conventie, voor zover in hoger beroep van belang, veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van:
- terzake contractnummer [contractnummer 1] : € 5.326,24, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 27 januari 2006, en
- terzake contractnummer [contractnummer 2] : € 4.913,08, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 november 2005,
met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
3.2.2.Dexia heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de overeenkomsten zijn geëindigd met een restschuld voor [geïntimeerde] . Dexia erkent dat zij jegens [geïntimeerde] haar zorgplicht heeft geschonden. Daarom vordert zij (slechts) een derde van de restschuld, omdat dit deel van de schade op grond van artikel 6:101 BW voor rekening van [geïntimeerde] dient te blijven, aldus Dexia.
3.2.3.[geïntimeerde] vordert in reconventie, voor zover in hoger beroep van belang:
- te verklaren voor recht dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en daarom schadeplichtig is en dat de restschulden van [geïntimeerde] vervallen verklaard zijn, althans die restschulden vervallen te verklaren, en, subsidiair, een verklaring voor recht dat de effectenleaseovereenkomsten nietig zijn, althans buitengerechtelijk zijn vernietigd of deze te vernietigen,
- Dexia te veroordelen aan [geïntimeerde] te voldoen:
- primair: € 27.545,37, zijnde de minimaal toegezegde uitkering bij een looptijd van vier jaar, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 april 2005,
- subsidiair: € 21.698,88, zijnde de inleg, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagen dat de onderscheiden betalingen zijn verricht,
met veroordeling van Dexia in de proceskosten.
3.2.4.[geïntimeerde] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd, voor zover in hoger beroep van belang, dat Dexia bij de totstandkoming van de overeenkomsten is tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplicht om hem op begrijpelijke wijze te informeren over de omvang van de aan het 4=10 effect verbonden financiële risico’s. Dexia had zich bovendien moeten onthouden van contracteren met [geïntimeerde] nu zij had kunnen en moeten onderkennen dat sprake was van verboden advisering aan [geïntimeerde] door Spaar Select. Dexia is aansprakelijk voor de door [geïntimeerde] door deze onrechtmatige handelingen geleden schade.
3.2.5.In het vonnis van 21 augustus 2013 heeft de kantonrechter geoordeeld dat Dexia haar zorgplicht jegens [geïntimeerde] heeft geschonden, dat [geïntimeerde] niet gehouden is een deel van de restschuld te dragen wegens eigen schuld, en dat [geïntimeerde] in de vorm van schadevergoeding aanspraak kan maken op terugbetaling door Dexia van wat hij voor de contracten betaald heeft. De kantonrechter heeft, in conventie, de vorderingen van Dexia afgewezen en, in reconventie, voor zover in hoger beroep van belang:
- voor recht verklaard dat Dexia haar bijzondere zorgplichten jegens [geïntimeerde] heeft geschonden die verband houden met het sluiten van de overeenkomsten van 26 april 2001 en aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [geïntimeerde] geleden schade,
- Dexia veroordeeld aan [geïntimeerde] terzake contractnummer [contractnummer 1] te betalen € 9.084,57, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 12 januari 2006 tot de dag van voldoening,
- Dexia veroordeeld aan [geïntimeerde] terzake contractnummer [contractnummer 2] te betalen € 8.886,56, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 8 november 2005 tot de dag van voldoening,
met veroordeling van Dexia in de proceskosten.