ECLI:NL:GHSHE:2019:3857
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- R.A.T.M. Dekkers
- M.E.F.H. van Erve
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis in drugszaken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die wordt verdacht van betrokkenheid bij de productie van synthetische drugs en overtreding van de Wet Wapens en Munitie. De verdachte heeft zijn hoger beroep ingesteld na een eerdere beslissing van de rechtbank, waarin het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Tijdens de zitting heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de voorlopige hechtenis van de verdachte op een bepaald moment had moeten eindigen, omdat de rechtbank niet tijdig had beslist over de schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft echter geoordeeld dat de rechtbank de schorsing terecht heeft vastgesteld, omdat er klemmende redenen waren voor het aanhouden van de zaak, waaronder het horen van getuigen.
Het hof heeft verder overwogen dat er ernstige bezwaren bestaan tegen de verdachte, die onder andere voortkomen uit verklaringen van getuigen en de vondst van grote hoeveelheden chemische stoffen en wapens. De verdachte heeft eerder al een gevangenisstraf ondergaan voor wapenbezit, wat de vrees voor herhaling vergroot. Het hof heeft geconcludeerd dat de belangen van de samenleving zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van de verdachte, en heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De beslissing van de rechtbank is bevestigd, en het hof heeft het hoger beroep verworpen.