Omdat partijen er niet in zijn geslaagd om in onderling overleg tot een oplossing te komen, hebben [appellant] en [appellante] [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] in rechte betrokken. Zij vorderden in eerste aanleg:
primair:
(1) partiële ontbinding van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst en de vermindering van de koopprijs met het bedrag gelijk aan de prijs van herstel van de geconstateerde gebreken van € 19.945,64 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, en [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hoofdelijk te veroordelen om aan [appellant] en [appellante] . tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 19.945,64 inclusief btw althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2014, althans vanaf 4 februari 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(2) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] en [appellante] te betalen een bedrag van € 1.301,48 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter zake van de door [appellant] en [appellante] redelijkerwijs gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(3) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] en [appellante] te betalen een bedrag van € 1.179,09 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter zake van de door [appellant] en [appellante] redelijkerwijs gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 februari 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(4) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] in de kosten van deze procedure met inbegrip van het salaris van de advocaat van [appellant] en [appellante] en de verplichte verschotten onder bepaling dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn betaald alsook € 131,00 aan nakosten zonder betekening en € 199,00 aan nakosten in geval van betekening van het in dezen te wijzen vonnis;
subsidiair:
(1) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om aan [appellant] en [appellante] wegens wanprestatie tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 19.945,64 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag,
te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2014 althans vanaf
4 februari 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(2) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] en [appellante] te betalen een bedrag van € 1.301,48 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter zake van de door [appellant] en [appellante] redelijkerwijs gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(3) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] en [appellante] te betalen een bedrag van € 1.179,09 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter zake van de door [appellant] en [appellante] redelijkerwijs gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 februari 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(4) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] in de kosten van deze procedure met inbegrip van het salaris van de advocaat van [appellant] en [appellante] en de verplichte verschotten onder bepaling dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn betaald alsook € 131,00 aan nakosten zonder betekening en € 199,00 aan nakosten in geval van betekening van het in dezen te wijzen vonnis;
meer subsidiair:
(1) wijziging van de gevolgen van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst (ex artikel 6:230 BW in verbinding met artikel 6:228 BW) door de koopprijs te verminderen met het door [appellant] en [appellante] geleden nadeel zijnde een bedrag gelijk aan de prijs van herstel van de geconstateerde gebreken van € 19.945,64 inclusief btw althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, en [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hoofdelijk te veroordelen om aan [appellant] en [appellante] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 19.945,64 inclusief btw althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2014 althans vanaf 4 februari 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(2) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] en [appellante] te betalen een bedrag van € 1.301,48 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter zake van de door [appellant] en [appellante] redelijkerwijs gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(3) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] en [appellante] te betalen een bedrag van € 1.179,09 inclusief btw, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag ter zake van de door [appellant] en [appellante] redelijkerwijs gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 februari 2015 althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
(4) hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] in de kosten van deze procedure met inbegrip van het salaris van de advocaat van [appellant] en [appellante] en de verplichte verschotten onder bepaling dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd wordt wanneer deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn betaald alsook € 131,00 aan nakosten zonder betekening en € 199,00 aan nakosten in geval van betekening van het in dezen te wijzen vonnis.