Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
02-821085-16 tegen:
[verdachte] ,
red outeen uiterst zeldzaam fenomeen is, met bepaalde symptomen. Op basis van de zich in het dossier bevindende rapporten en in het bijzonder gelet op het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, op welke terechtzitting twee deskundigen hieromtrent zijn gehoord, is het hof niet aannemelijk geworden dat er bij verdachte sprake is geweest van een
red out, nu bij verdachte de voor een red out kenmerkende symptomen, zoals herinneringseilandjes, een krimpingspatroon en bronverwarringsfouten, niet zijn geconstateerd. Daarnaast is de periode van het door verdachte gestelde geheugenverlies (enkele uren) veel langer dan passend is bij een
red out(namelijk enkele seconden tot enkele minuten). Van een stoornis bij de verdachte ten tijde van zijn handelen, waardoor ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan zou hebben ontbroken, is het hof niet gebleken, zodat dit niet aan de bewezenverklaring van het opzet in de weg staat.
red outen daarmee eventueel samenhangende dissociatieve symptomen. Daarbij merkt het hof nog op dat geen van de deskundigen tot een (volledige) ontoerekeningsvatbaarheid concludeert op grond waarvan een ontslag van rechtsvervolging zou dienen te volgen.
BESLISSING
€ 13.212,25 (dertienduizend tweehonderdtwaalf euro en vijfentwintig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.440,00 (duizend vierhonderdveertig euro).
€ 13.212,25 (dertienduizend tweehonderdtwaalf euro en vijfentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
101 (honderdéén) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.