Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het tussenarrest
6.Het nadere procesverloop
7.De nadere beoordeling
“Deze koop is tot stand gekomen doordat koper bij verkoper heeft medegedeeld dat hij de koopsom financiert met een uitkering die aan hem door een verzekeringsmaatschappij zal worden gedaan ten belope van € 600.000,00. (…) Koper heeft (…) ten overstaan van (…) verkoper verklaard nog niet met het toegezegde bedrag van € 600.000,00, van begin april 2013, te hebben ingestemd en van mening te zijn dat een hogere schadeloosstelling tot de mogelijkheden behoord.. De consequenties van deze stellingname ten opzichte van de verzekering, zijn koper momenteel nog niet bekend, maar mogen als gevolg van het feit dat de financiering bij het aanbod van € 600.000,00 rond was, niet ten nadele van verkoper komen.”
“Verkoper en koper zijn overeengekomen dat koper in het kader van zijn bedrijfsvoering het recht heeft een gespecificeerde offerte in te dienen voor het bouwen van een door verkoper te bouwen woning direct gelegen naast het verkochte. Verkoper geeft aan deze offerte in alle redelijkheid te zullen beoordelen en al het redelijke zal doen om tot gehele of gedeeltelijke gunning over te kunnen gaan tot opdrachtgeven van de bouw van deze woning.”
“AfstandsverklaringOndergetekende de heer [appellant] , van [eenmansbedrijf] , heeft te kennen gegeven graag in aanmerking te willen komen voor de realisering van de ruwbouw van het door de familie [geïntimeerde] te bouwen woonhuis, kelder en inrit (…). De familie [geïntimeerde] wil hier in verband met de aankoop van de door hen bewoonde woning en bedrijfsruimte door de heer [appellant] en zijn partner binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid medewerking aan verlenen. De familie [geïntimeerde] wenst dat zij bij de uitvoering van de bouw alle mogelijke vrijheid blijft behouden ten aanzien van de keuze van (onder)aannemers (…) De familie [geïntimeerde] wenst zich in dit kader, in de ruimste zin des woords, alle rechten voor te behouden en het project desgewenst in onderdelen uit te voeren. (…)”
- Welke waarde heeft de bestaande woning (7.2 a hiervoor), gewaardeerd als bedrijfswoning, op de dag waarop u uw rapport indient?
- Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?