9.5.Het hof is voornemens om de navolgende vragen aan de te benoemen deskundige voor te leggen:
Waarmee wordt bij de aanleg van een badkamervloer gebruikelijker wijs het afschot gecreëerd: door het op afschot afwerken van de cement dekvloer bij het storten van die vloer of door de tegelzetter met specie, bij het plaatsen van de vloertegels?
Welke oplossingen bestaan voor het verhelpen van het probleem met betrekking tot het afschot van de vloer van de inloopdouche en wat zijn naar schatting de daarmee samenhangende kosten?
Kan nog worden vastgesteld volgens welke methode de vloertegels op de begane grond en in de badkamer zijn aangebracht (los gelegd in de specie of met de buttering-floating methode)?
Kan nog worden vastgesteld of de verwerkingsmethode, zoals die is beschreven onder nr. 6.4 in het rapport van ir. [derde 2] , bij het leggen van de tegels is gehanteerd?
Over welk deel van de vloer (globaal percentage) op de begane grond en van de vloer in de badkamer kan bij kloppen worden vastgesteld dat de vloer hol klinkt?
Welke oorzaken kunnen ertoe leiden dat een vloer hol klinkt? Kunnen daarbij de door [geïntimeerde] in zijn akte van 9 april 2019 op pagina 2 onder b genoemde omstandigheden ook een rol spelen?
Wat is de meest aannemelijke oorzaak voor het hol klinken van de vloer op de begane grond en van de vloer in de badkamer en geldt deze voor alle betreffende tegels, althans het overgrote deel daarvan? (Bij de motivering ook aangeven waarom andere oorzaken niet of minder aannemelijk zijn).
Bestaat er een verband tussen het loslaten van de tegels en het opstarten van de vloerverwarming, kort na oplevering van de vloer in november 2013?
Kan nog worden vastgesteld met welke kwaliteit cement de specie is aangemaakt waarin de vloertegels zijn gelegd en, zo ja, was de kwaliteit daarvan dan geschikt voor toepassing op de vloer op de begane grond en in de badkamer.
Wat is naar voor de branche geldende normen de vulgraad (in percentage van het contactopppervlak tussen tegel en vloer) voor tegels met de afmetingen zoals die op de begane grond en in de badkamer zijn verwerkt?
Wat is – bij het nemen van een relevante steekproef - de vulgraad met betrekking tot het contactoppervlak tussen dekvloer en de gecontroleerde tegels van de vloer op de begane grond en de vloer in de badkamer?
Welke oplossingen bestaan er om het probleem van de los liggende tegels te verhelpen en welke kosten zijn daarmee naar schatting gemoeid? In hoeverre is daarbij van belang dat de woning is voorzien van vloerverwarming?
Bestaat bij vervanging van de vloer op de begane grond de noodzaak om de keuken te demonteren en, na vervanging van de vloer, weer terug te plaatsen en, zo ja, hoeveel manuren zijn daar dan naar schatting mee gemoeid?
Geven de bevindingen van de deskundige, als ook de inhoud van het rapport van ir. [derde 2] , hem overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen die voor het nemen van een beslissing in de onderhavige zaak van belang kunnen zijn?
Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten over deze vraagstelling.