ECLI:NL:GHSHE:2019:2546

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 juli 2019
Publicatiedatum
16 juli 2019
Zaaknummer
200.228.552_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de echtheid van handtekeningen in een huurovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de echtheid van handtekeningen op een huurovereenkomst. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R.C. van der Weele, heeft de zaak aangespannen tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. W.K. Cheng. De procedure is een vervolg op een eerder vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, dat op 24 augustus 2017 werd gewezen. Het hof heeft in een tussenarrest van 7 mei 2019 besloten om een handschriftdeskundige te benoemen om de echtheid van de handtekeningen op de huurovereenkomst te onderzoeken. De deskundige, de heer W.C. de Jong, is benoemd om de vragen te beantwoorden over de handtekeningen van de heer [geïntimeerde].

In het arrest van 16 juli 2019 heeft het hof de procedure verder uitgewerkt. Het hof heeft bepaald dat de deskundige de handtekeningen moet onderzoeken en dat partijen de benodigde processtukken aan de deskundige ter beschikking moeten stellen. Tevens is er een voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 3.025, inclusief btw, dat door de appellant moet worden voldaan. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor memorie na deskundigenbericht, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 juli 2019.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.228.552/01
arrest van 16 juli 2019
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. R.C. van der Weele te Helmond,
tegen:
[geïntimeerde],
verblijvende te [verblijfplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. W.K. Cheng te Amsterdam,
als vervolg op het tussenarrest van dit hof van 7 mei 2019 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, tussen partijen onder zaaknummer 5705479 en rolnummer 17/1402 gewezen vonnis van 24 augustus 2017, verbeterd bij herstelvonnis van 26 september 2017.

4.Het verdere verloop van het geding

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 7 mei 2019;
  • de akte van [appellant] van 4 juni 2019;
  • de akte van [geïntimeerde] van 4 juni 2019.
Partijen hebben arrest gevraagd.

5.De verdere beoordeling

5.1
Bij tussenarrest van 7 mei 2019 heeft het hof het aangewezen geoordeeld de door [appellant] in eerste aanleg als productie 8 overgelegde huurovereenkomst te laten onderzoeken door een handschriftdeskundige. Het hof heeft daartoe een vraagstelling en een beoogde deskundige in het tussenarrest opgenomen en partijen in de gelegenheid gesteld zich over dit voornemen uit te laten.
5.2
Beide partijen hebben laten weten in te stemmen met de voorgestelde vraagstelling en deskundige, de heer W.C. de Jong ( [forensisch schriftonderzoek] Forensisch Schriftonderzoek te [kantoorplaats] ). Het hof heeft de heer De Jong bereid gevonden als deskundige op te treden.
Het hof zal hem tot deskundige benoemen.
5.3
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de volgende vragen:
kunt u vaststellen of de tweede handtekening op de laatste bladzijde van huurovereenkomst daarop is geplaatst door de heer [geïntimeerde] ?
kunt u vaststellen of van de parafen die op de overige bladzijden zijn gesteld er telkens een is geplaatst door de heer [geïntimeerde] ?
wat acht u verder van belang om op te merken?
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer W.C. de Jong,
[forensisch schriftonderzoek] Forensisch Schrift- en Documentenonderzoek,
[adres] , [postcode] [kantoorplaats] ,
Telefoon: [telefoonnummer] ,
E-mail: [e-mailadres] ;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 3.025,= inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij [appellant] genoemd voorschot van € 3.025,= inclusief btw zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
benoemt mr. M.G.W.M. Stienissen tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 12 november 2019 in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] ;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, M.G.W.M. Stienissen en G.J.S. Bouwens en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 juli 2019.
griffier rolraadsheer