Uitspraak
,zaakdoende en wonende te [zaaks- en woonplaats] ,
,wonende te [woonplaats] ,
8.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest van 7 augustus 2018, waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor akte aan de zijde van de curator;
- de akte na tussenarrest met producties van de curator;
- de antwoordakte met producties van [appellante] .
9.De verdere beoordeling
Tussen [appellante] en de curator is geen nieuwe overeenkomst tot stand gekomen. De curator heeft de overeenkomst tussen (de inmiddels gefailleerde) [gefailleerde] en [appellante] (integraal) gestand gedaan, als bedoeld in artikel 37 Fw (rov. 6.4.3.-6.4.4.). Het gevolg hiervan is dat de vorderingen van [appellante] op [gefailleerde] uit hoofde van de gestand gedane overeenkomst worden verheven tot boedelvorderingen, en dat haar na faillissement hieruit ontstane vorderingen eveneens zijn te kwalificeren als boedelvorderingen (rov. 6.5.4.). Deze boedelvorderingen zijn niet superpreferent, zoals [appellante] heeft aangevoerd, maar concurrent.
Uit de meest recente cijfers volgt dat er op dit moment sprake is van een positief saldo op de boedelrekening. (..) rekening houdend met boedelschulden en preferente en concurrente faillissementsschulden (..)”. En in nr 46 schrijft hij dat er een betaling van een voorschot op zijn salaris heeft plaatsgevonden. “
De curator blijft echter voortdurend werkzaamheden verrichten, niet in de laatste plaats vanwege deze procedure, en de uiteindelijke salariskosten staan op dit moment nog niet vast.(..).” Daarnaast vermeldt de curator dat nog enkele andere preferente en concurrente boedelschulden niet definitief vastgesteld zijn.