“Gedurende de hele looptijd van de wsnp heeft de heer [appellant] verklaard geen relatie te hebben met mevrouw [betrokkene] . Dit ook ten overstaan van de rechter-commissaris tijdens het verhoor van 14 maart 2017. Pas tijdens de eindzitting heeft [appellant] aangegeven toch een relatie te hebben met mevrouw [betrokkene] . Naar mening van bewindvoerder is hiermee aangetoond dat de heer [appellant] zich niet aan de informatieplicht heeft gehouden.
Het is [appellant] zoals ieder ander toegestaan om relaties te hebben. Het is dan ook
onduidelijk waarom [appellant] vanaf het begin van de wsnp niet gewoon de waarheid heeft
verteld over zijn relatie met mevrouw [betrokkene] .
Daarnaast heeft [appellant] niet de waarheid verteld over de functie die hij vervult bij [de vennootschap 2]
en [de vennootschap 5] . Uit de e-mail gevoegd bij bijlage G blijkt dat de heer [appellant] in
mei 2016, toen hij nog geen contract had bij [de vennootschap 5] hier wel al werkte. Desgevraagd tijdens
het verhoor kon [appellant] geen antwoord geven op de vragen van de rechter-commissaris.
Gelet op de verhouding tussen [betrokkene] en [appellant] vindt bewindvoerder de reactie van
saniet ongeloofwaardig.
Verder heeft de heer [appellant] tijdens het verhoor en de eindzitting aangegeven regelmatig
privé gebruik te maken van diverse bedrijfsauto’s. Bij weten van de bewindvoerder dient
normaliter de werknemer een verklaring geen privégebruik auto bij de belastingdienst aan
te vragen, indien er minder dan 500 km per kalenderjaar aan privé-kilometers wordt
afgelegd. Daarnaast dient er dan een km-registratie te worden bijgehouden houden.
Hoewel [appellant] meerdere malen heeft aangegeven wel privé gebruik te maken van een
auto van de zaak, zijn geen km-registraties ontvangen. Dit kan leiden tot een naheffing
van de belastingdienst, die bij een controle tot 5 jaar terug mag rekenen. Tot heden is
onduidelijk of [appellant] de belastingdienst op de hoogte heeft gebracht van het privé gebruik
van de bedrijfsauto’s en de bijbehorende km-registratie heeft bijgehouden. [appellant] heeft
hieromtrent onvoldoende dan wel onjuist geïnformeerd. Indien er achteraf een bijtelling
zou plaatsvinden, zou dit het bruto-inkomen van [appellant] duidelijk verhogen. Daar met
privégebruik van de auto geen rekening wordt gehouden tijdens de wsnp, is het
waarschijnlijk dat in ieder geval een nieuwe schuld zal ontstaan aan de belastingdienst.
Tevens zal dit gevolgen hebben voor de hoogte van de reeds toegekende toeslagen.
Uit de bijgevoegde salarisstroken blijkt dat de heer [appellant] , hoewel hij steeds meer uren
ging werken, netto nooit meer ging verdienen. Het bruto salaris van andere werknemers
bij [de vennootschap 5] was beduidend hoger dan het bruto salaris van de heer [appellant] , die
naar buiten toe wel als contactpersoon optreedt, zoals uit de algemene voorwaarden
blijkt. Ondergetekende wordt sinds 2005 benoemd als bewindvoerder in wsnp-zaken en
heeft in al haar dossiers nog nooit een arbeidscontract gezien, waarbij de werknemer er
jaarlijks op achteruit gaat in inkomen gerekend naar het aantal uren dat er gewerkt wordt.
Zelfs uitkeringsgerechtigden ontvangen jaarlijks per 1 januari en 1 juli een verhoging van
de uitkering. Het totale maandelijks inkomen van [appellant] is gedurende de looptijd van de
wsnp gedaald hoewel hij in de loop van de wsnp steeds meer uren is gaan werken.
Hierdoor zijn de schuldeisers benadeeld.
Met betrekking tot het verzoek tot verrekening van de aanslagen BsGW 2017 en 2018
met de afdrachten heeft de rechter-commissaris beslist dat deze niet ten laste van de
boedel gebracht mogen worden na het rapport van [naam] . Dit heeft tot gevolg dat er geen
sprake meer is van een surplus in de afdrachten, maar van een tekort van € 85,77
Met betrekking tot het rapport van [naam] is bewindvoerder van mening dat dit is opgesteld
door een onafhankelijk persoon die geen baat heeft bij de bevindingen zoals die
beschreven zijn in het rapport.”