In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 juli 2019, gaat het om een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige dochter, die onder toezicht is gesteld. De vader, vertegenwoordigd door mr. J.B.M. Rütten, heeft in hoger beroep een verzoek ingediend om contact met zijn dochter, die door de moeder, vertegenwoordigd door mr. B.M.A. Jegers, wordt tegengehouden. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een onderzoek ingesteld naar de situatie van de minderjarige, die kampt met ernstige gedragsproblemen en trauma's. Het hof heeft eerder in een beschikking van 16 november 2017 een Begeleide Omgangsregeling (BOR) opgelegd, die aanvankelijk goed verliep, maar later problematisch werd. De moeder heeft grote weerstand tegen het contact tussen de vader en de dochter, wat leidt tot een complexe situatie waarin de minderjarige zich in een loyaliteitsconflict bevindt. Het hof heeft besloten om de ouders te verwijzen naar de module BOR niveau 3 van de Mutsaersstichting, met als doel het contact tussen de vader en de dochter te herstellen, onder begeleiding en met aandacht voor de onderlinge communicatie tussen de ouders. De beslissing over de omgang is aangehouden tot een pro forma zitting op 7 november 2019, in afwachting van de resultaten van de module.