ECLI:NL:GHSHE:2019:2268
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout advocaat en schadevergoeding in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], een vrachtwagenchauffeur, tegen [geïntimeerde], zijn voormalige advocaat. De zaak betreft de vraag of [geïntimeerde] een beroepsfout heeft gemaakt door een belangrijk rapport van een neuroloog niet in te dienen in een procedure tegen het Centraal Bureau Rijvaardigheden (CBR), wat heeft geleid tot de ongeldigverklaring van [appellant]'s rijbewijs. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] in eerdere procedures tegen het CBR in het ongelijk is gesteld en dat hij een klacht heeft ingediend tegen [geïntimeerde] bij de raad van discipline, die deze klacht gegrond heeft verklaard. In eerste aanleg heeft de rechtbank geoordeeld dat [geïntimeerde] onvoldoende heeft gehandeld als een redelijk bekwaam advocaat, maar heeft de vordering van [appellant] tot schadevergoeding afgewezen. In hoger beroep heeft [appellant] de grieven herhaald, maar het hof heeft geoordeeld dat er geen causaal verband is aangetoond tussen de beroepsfout en de schade die [appellant] heeft geleden. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de proceskosten.