De moeder voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting – kort samengevat – het volgende aan.
De moeder ziet nu, anders dan tijdens de procedure in eerste aanleg, in dat de kinderen continuïteit en stabiliteit nodig hebben in hun opvoeding.
De moeder ondersteunt het verblijf van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] bij de pleegvader. De kinderen zijn getraumatiseerd door de gebeurtenissen in het verleden. De pleegvader heeft dit goed opgepakt door [minderjarige 2] en [minderjarige 3] aan te melden voor hulpverlening. Er is vanuit de voogd van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] veel wantrouwen jegens de moeder. Daarom vinden er nu geen bezoeken plaats. De moeder hoopt dat er snel weer een ingang komt voor het herstel van de contacten met de kinderen.
De plaatsing van [minderjarige 1] verloopt voorzichtig positief. De moeder probeert haar te ondersteunen en rust te bieden. De moeder accepteert dat het perspectief van [minderjarige 1] na de gesloten plaatsing niet bij haar ligt, maar in een open groep in [plaats 1] of [plaats 2] . De samenwerking met de voogd van [minderjarige 1] verloopt een stuk beter dan voorheen.
De moeder betreurt dat zij geen momenteel geen contact heeft met de kinderen. Zij hoopt dat hier in de toekomst verandering in komt.
De houding van de moeder ten opzichte van de GI en andere hulpverlening is veranderd. De moeder wil echter nog altijd graag betrokken blijven bij de kinderen en meedenken over beslissingen die genomen moeten worden. Zij is bang anders geheel buiten spel te worden gezet.
De moeder werkt hard aan zichzelf, juist ook om haar rol als moeder op afstand zo goed mogelijk te kunnen vervullen. De moeder is nu meer gericht op haar eigen toekomst. Zij heeft via het internet een man leren kennen in Los Angelos (V.S.) en de kans bestaat dat zij gaat emigreren.
Nu de moeder accepteert dat de kinderen niet meer bij haar komen wonen, is een gezagsbeëindiging niet nodig om duidelijkheid te verschaffen over het toekomstperspectief van de kinderen. Mocht haar gezag over de kinderen toch worden beëindigd, dan wenst de moeder dat de pleegvader tot voogd over de kinderen, althans in ieder geval de jongens wordt benoemd. De moeder heeft ontzag voor haar broer. Hij heeft voldoende opvoedingsvaardigheden. De pleegvader kent de moeder al haar hele leven en weet goed hoe hij met haar problematiek moet omgaan. Hij kan haar tegenwicht beiden. De moeder heeft er vertrouwen in dat hij de juiste keuzes maakt. Ook [minderjarige 1] heeft een goede band met hem en zij luisterde naar hem.