Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/274999/HAZA 14-32)
2.Het geding in hoger beroep
- het arrest in het incident tot zekerheidstelling van 25 april 2017;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
3.De beoordeling
te krijgen omtrent 'wat een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts / specialist werkend in een paardenkliniek' zou doen onder deze omstandigheden, heb ik de onderhavige casus voorgelegd aan 4 dierenartsen (allen Europees Diplomate in het College of Equine Internal Medicine) en werkzaam aan de Faculteit Diergeneeskunde te [vestigingsplaats] , zonder dat zij weet hadden van om welk paard het handelde, wie de betrokken eigenaar was en welke kliniek erbij was betrokken. Ook hadden zij geen kennis omtrent de antwoorden van hun collega's. “(blz 6).
)
zeker het snelste zal zijn gegaan. Er is echter geenszins aan te geven waar het 'point of no return' lag. Dit is altijd heel lastig, maar zeker onmogelijk als er geen sectie en dus ook geen histologische onderzoek is uitgevoerd.” (blz 23).
. Immers, mensen die al eerder een of meer paarden aan een koliekoperatie hebben verloren of met complicaties geconfronteerd zijn, zullen langer conservatief willen behandelen, terwijl mensen met goede ervaringen juist sneller voor operatie kiezen. Dit geeft vaak de doorslag in het grijze gebied van paarden die niet opknappen met conservatieve therapie zoals bij Calvie het geval was.”(blz 10).