Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- de bij brief van 10 april 2019 door [geïntimeerde] toegezonden akte aanzegging schorsing en hervatting geding en de brief van 10 april 2019 met de instemmende antwoordakte van [appellant] , die partijen bij het pleidooi in het geding hebben gebracht;
- het pleidooi gehouden op 12 april 2019.
6.De beoordeling
“(…) ik weet dat sommige afspraken niet nagekomen zijn, en dat ik had beloofd maximaal half feb het hele appartement netjes af te leveren… in feite komt het erop neer dat als jullie er morgen niet uitkomen dat het appartement wordt opgeknapt binnen 2 weken …. Dan is daar alles klaar en leeg (met de meubels, slaapkamer zoals het was) [roepnaam appellant] maak je aub geen zorgen het geld vd servicekosten en de huur krijg je meteen na de oogst.. ik weet wat er nog is dat dat geeft,, en gewoon zonde van de tijd en de stress en de risico als dat gewoon wordt weggegooid is tog weer een paar duizend euro (…) ”
“ (…) In januari 2009 is door de politie een hennepplantage opgerold in het pand dat door u gehuurd werd van cliënt. Cliënt heeft dientengevolge aanzienlijke schade geleden. In een eerder stadium is hierover ook een procedure gevoerd terzake de achterstallige huurpenningen. Cliënt heeft zich evenwel het recht voorbehouden om de schade die voortvloeide uit de hennepplantage (o.a. opruimen van de hennepplantage, schade aan de woning) op u te verhalen. Ik stel u hierbij – voor zover dit nog niet eerder is geschied – nogmaals aansprakelijk voor de geleden en nog te leiden schade van cliënt. U dient onderhavig schrijven uitdrukkelijk op te vatten als een stuiting van de verjaringstermijn. (…)”
ookeen procedure is gevoerd voor achterstallige huurpenningen. [appellant] stelt vervolgens zich
evenwelhet recht te hebben voorbehouden om de schade die voortvloeide uit de hennepplantage te verhalen, waarbij hij uitdrukkelijk noemt: opruimen van de hennepplantage en schade aan de woning. Naar het oordeel van het hof heeft [appellant] ten aanzien van de schade door de hennepplantage een voldoende duidelijke waarschuwing gegeven dat [geïntimeerde] er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moest houden dat hij de beschikking hield over zijn gegevens en bewijsmateriaal. Dit geldt echter niet ten aanzien van de achterstallige huur en servicekosten. Te meer niet omdat [geïntimeerde] heeft gesteld dat hij de huur van mei contant heeft voldaan aan [appellant] en hij nu een bewijsprobleem heeft. Ten aanzien van het tweede spoor, de huur en servicekosten, oordeelt het hof dan ook dat de verjaring niet is gestuit door deze brief. Nu niet is gesteld of is gebleken dat de verjaring op een andere manier is gestuit, is dit deel van de vordering verjaard. Over de servicekosten overweegt het hof verder nog dat [appellant] deze vordering onvoldoende heeft onderbouwd, nu [geïntimeerde] die gemotiveerd betwist stellende dat het een all-in prijs betrof en uit de huurovereenkomst enkel een huurprijs wordt genoemd zonder dat servicekosten (op enige plaats in de overeenkomst) zijn vermeld.