6.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
6.1.1.[appellante] was eigenaar van een woning aan het adres [adres] te [plaats] . Zij had op die woning een recht van hypotheek gevestigd ten gunste van SNS Bank N.V. (hierna: SNS), tot zekerheid van de terugbetaling van een geldschuld aan SNS van fl. 330.000,-. [appellante] is op een gegeven moment in financiële problemen geraakt en achterstallig geraakt met de betaling van rente op haar hypothecaire schuld. Op 30 maart 1995 heeft [geintimeerde 2] namens SNS aangezegd binnen twee dagen de volledige vordering van haar te voldoen, bij gebreke waarvan zij zou overgaan tot parate executie. Omdat betaling uitbleef, heeft SNS, gebruik makend van haar hypotheekrecht, [geintimeerde 2] opdracht gegeven over te gaan tot openbare verkoop van de woning.
6.1.2.Daar [appellante] weigerde mee te werken aan de verkoop, in die zin dat zij weigerde gegadigden toegang te verschaffen tot haar woning om deze te bezichtigen, heeft SNS [appellante] in kort geding gedagvaard, om in rechte af te dwingen dat [appellante] die toegang zou verschaffen. Bij kortgedingvonnis van 9 mei 1995 is [appellante] veroordeeld – zakelijk weergegeven – om haar woning voor bezichtiging door gegadigden open te stellen en is zij veroordeeld in de proceskosten van die procedure, welke in totaal werden begroot op fl. 1.267,27. Dat vonnis is op 10 mei 1995 door deurwaarder [deurwaarder 1] (verder te noemen: [deurwaarder 1] ) aan [appellante] betekend met het gelijktijdig bevel om aan dat vonnis te voldoen.
6.1.3.Blijkens een door [deurwaarder 1] opgemaakt proces-verbaal van 16 mei 1995 heeft deze deurwaarder op die datum - met toestemming van [appellante] - de woning van [appellante] opengesteld voor bezichtiging door gegadigden. De kosten van dat proces-verbaal hebben fl. 770,86 bedragen.
6.1.4.De woning is op 17 mei 1995 openbaar geveild en op die veiling gekocht door SNS en diezelfde dag bij de notariële akte van veiling aan haar geleverd. Op 13 juni 1995 heeft kandidaat-deurwaarder [kandidaat-deurwaarder] (verder te noemen: [kandidaat-deurwaarder] ), in dienst van deurwaarder [deurwaarder 2] (verder te noemen: [deurwaarder 2] ), de grosse van de notariële veilingakte betekend.
6.1.5.Op 16 juni 1995 heeft [kandidaat-deurwaarder] beslag gelegd op een aantal roerende zaken van [appellante] , die in de woning zijn achtergelaten. Dit beslag is gelegd ter inning van een bedrag van fl. 1.267,27 (de kostenveroordeling in het kortgedingvonnis van 9 mei 1995), een bedrag van fl. 190,23 (de kosten van betekening van het kortgedingvonnis en bevel om aan dat vonnis te voldoen), een bedrag van fl. 315,-- (de nakosten van de procureur), een bedrag van fl. 842,42 (de kosten van een proces-verbaal van bezichtiging) en een bedrag van fl. 770,86 (eveneens kosten van een proces-verbaal van bezichtiging), in totaal derhalve fl. 3.385,78.
6.1.6.Op 16 juni 1995 is [appellante] tevens de ontruiming van de woning aangezegd, die op 21 juni 1995 zou plaatsvinden.
6.1.7.[appellante] heeft Internationale Verhuisonderneming [internationale verhuisonderneming] (verder te noemen: [internationale verhuisonderneming] ) op 20 juni 1995 opdracht gegeven om diezelfde dag de inboedel van de woning ten behoeve van haar weg te voeren en op te slaan. Diezelfde dag is [internationale verhuisonderneming] begonnen met de werkzaamheden. Omdat die werkzaamheden op 20 juni 1995 nog niet waren afgerond, is [internationale verhuisonderneming] op 21 juni 1995 teruggegaan om de resterende inboedel mee te nemen. Op 21 juni 1995 was echter ook [kandidaat-deurwaarder] aanwezig om het pand te ontruimen. [internationale verhuisonderneming] heeft de resterende inboedel in opdracht van [kandidaat-deurwaarder] meegenomen en opgeslagen op dezelfde plek als waar de op 20 juni 1995 weggevoerde inboedel is opgeslagen.
6.1.8.SNS heeft door [geintimeerde 2] op 30 juni 1995 onder het ABP derdenbeslag laten leggen ten laste van [appellante] op haar toekomende pensioen- en/of VUT-uitkeringen.
6.1.9.Omstreeks 3 oktober 1995 heeft SNS, naar aanleiding van een met [appellante] getroffen afbetalingsregeling ter zake van de proceskosten, het beslag op de roerende goederen gedeeltelijk opgeheven. Het daarna resterende beslag op roerende goederen is in 1998 opgeheven. Het derdenbeslag onder de ABP is op 30 augustus 2007 opgeheven.