3.28.Het hof onderscheidt in dat verband de volgende, door [geïntimeerde] naar voren gebrachte, omstandigheden.
a. Leeftijd
[geïntimeerde] was ten tijde van de opzegging 45 jaar oud. Aangenomen moet dan ook worden dat de kansen van [geïntimeerde] op de arbeidsmarkt ten tijde van de opzegging niet ongunstig werden beïnvloed door zijn leeftijd.
b. Duur dienstverband
[geïntimeerde] is relatief kort (7 jaar) in dienst van DHL geweest.
c. Kansen op de arbeidsmarkt
[geïntimeerde] stelt dat zijn kansen op de arbeidsmarkt, behalve door zijn leeftijd, tevens negatief worden beïnvloed door het ontbreken van diploma’s. Hij stelt slechts te beschikken over een gebrekkige schoolopleiding, genoten in zijn geboorteland Turkije, en geen beroepsopleiding te hebben genoten. [geïntimeerde] heeft gegevens overgelegd, ontleend aan de website www.hoelangwerkloos.nl, waaruit blijkt dat hij naar verwachting ruim twee jaar (773 dagen) werkloos zal zijn, met een kans van 77,1% op uitstroom naar een andere baan (productie 11 bij dagvaarding in eerste aanleg). Tegenover de stelling van DHL dat aan de door [geïntimeerde] gepresenteerde uitkomsten van de website www.hoelangwerkloos.nl slechts een geringe betekenis toekomt nu daarin diverse factoren niet worden meegenomen, heeft [geïntimeerde] niet onderbouwd dat hij een vergelijkbare periode na het ontslag werkloos is gebleven. Het hof kent daarmee dus geen betekenis toe aan de door [geïntimeerde] op deze site berekende kans op het vinden van ander betaald werk.
d. Gevolgen van de opzegging
[geïntimeerde] ondervindt nadelige financiële gevolgen van de opzegging, mede gelet op het feit dat hij afhankelijk is geworden van een WW-uitkering, die hem eerst drie maanden na ontslag door het UWV is toegekend. Hij stelt dat hij is teruggevallen van een salaris van
€ 2.682,21 bruto per maand op een WW-uitkering van € 2.011,75 bruto per maand in de eerste twee maanden na ontslag, en daarna van € 1.877,47 bruto per maand gedurende de resterende 36 maanden. De psychische overlast die [geïntimeerde] naar eigen zeggen heeft (gehad) van het ontslag, is niet onderbouwd, zodat het hof daaraan geen betekenis toekent.