Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
6.De beoordeling
Lundiform/Mexx). Wat hier verder ook van zij, naar het oordeel van het hof dient bij de onderhavige obligatoire overeenkomst de Haviltex-maatstaf te worden toegepast. Deze houdt in dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract, maar het ook aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij mede van belang kan zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. De omstandigheid dat de in deze procedure betrokken partijen bij het opstellen van de oorspronkelijke huurovereenkomst geen partij waren, vormt geen reden om van deze maatstaf af te wijken.
aan de verhuurderverschuldigd is (zie memorie van grieven, randnummer 16). [appellant q.q.] heeft zijn primaire standpunt gedurende de onderhavige procedure gewijzigd in het standpunt hiervoor weergegeven in rov. 6.7.