Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/308055 / HA ZA 15-772)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven tevens houdende wijziging van eis, met producties;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
“Kozijn aansluitingen + onder- en bovenbetimmering aangepast, geïsoleerd en afgetimmerd [appartement 1] / [appartement 2] / [appartement 3] / [appartement 4] / [appartement 6] .”
“ [bouwnummers 1 t/m 15] ”uitgevoerd aan kort gezegd verschillende balkondeuren.
“onze aansprakelijkstelling d.d. 16 oktober 2014”te handhaven.
“Al gauw bleek dat (ook) deze kozijnen (…) gebreken vertoonden, welke (…) bestaan uit tochtdoorlating, lekkage en een gebrekkig hang- en sluitwerk.”, dat [appellante]
“diverse mogelijkheden geboden”heeft om herstelwerkzaamheden te verrichten, dat [de V.O.F.] / [geintimeerden c.s.] echter niet tot herstel zijn overgegaan, dat zij in verzuim verkeren, dat de overeenkomst reeds partieel ontbonden was en dat
“hierbij de gehele overeenkomst van aanneming van werk”wordt ontbonden. Ook heeft de advocaat van [appellante] in deze brief terugbetaling van de betaalde aanneemsom (inclusief btw) gevorderd en aanspraak gemaakt op schadevergoeding.
subsidiair en voorwaardelijktot betaling van € 50.840,78, een en ander te vermeerderen met rente en kosten.
subsidiair en meer subsidiairtot betaling van een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag althans tot betaling van een schadevergoeding nader op te maken bij staat. Een en ander te vermeerderen met rente en kosten.
grief 1, gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat [de V.O.F.] niet in verzuim is komen te verkeren.
“Kozijn aansluitingen + onder- en bovenbetimmering aangepast, geïsoleerd en afgetimmerd”). Ook in het rapport van [bouw] en de conclusie van dupliek is melding gemaakt van deze werkzaamheden. Daarenboven is in het rapport van [bouw] ook melding gemaakt van werkzaamheden ter zake
“ [bouwnummers 1 t/m 15] ”,uitgevoerd in juni/juli 2013. Voor zover [geintimeerden c.s.] zich op het standpunt stellen in het geheel niet op de hoogte te zijn geweest van de gestelde klachten betreffende de kozijnen, gaat dit niet op. Dat het hierbij maar ten dele gaat om de door haar geplaatste kozijnen (in de nummers [appartement 3] , [appartement 4] , [appartement 5] en [appartement 6] ) en deels ook om kozijnen van Timmerfabriek, maakt hierbij geen wezenlijk verschil. Voor [geintimeerden c.s.] moet hoe dan ook duidelijk zijn geweest dat er na haar werkzaamheden in oktober 2012 (nog steeds) problemen waren met de kozijnen. Met haar e-mail van 17 mei 2014 heeft [de V.O.F.] echter laten weten niets meer te willen doen aan de kozijnen
“omdat er vanallerlei werkzaamheden aan hebben plaatsgevonden”. Daaruit mocht [appellante] afleiden dat er weinig te verwachten was van [geintimeerden c.s.] Tegen die achtergrond is ook de termijn van vijf dagen in de brief van 16 oktober 2014 te begrijpen; op die manier zou er in ieder geval snel duidelijkheid komen over het standpunt van [geintimeerden c.s.] Dat kwam er vervolgens ook: in de brief van 20 oktober 2014 laat [de V.O.F.] immers weten alleen tegen betaling bereid te zijn aan de kozijnen te werken. [de V.O.F.] / [geintimeerden c.s.] zien zich op dat moment duidelijk niet gehouden om over te gaan tot herstel. [appellante] kon dan ook, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:82 lid 2 BW, volstaan met een uitdrukkelijke aansprakelijkstelling, zonder aanmaning en zonder termijn voor nakoming, als door haar gedaan bij brief van 27 oktober 2014.
“gemelde klachten van waterlekkage, tocht en slechte bedienbaarheid van de (…) raamdeurkozijnen in het woongebouw (…) worden veroorzaakt door een aantal constructie- en uitvoeringsfouten in de raamdeuren.”, zoals het niet strak op het hout zitten van het deurbeslag, het ontbreken van een sluitlat op de middendichting, het niet strak aansluiten van het aluminium aanslagprofiel op de sponning, een maatfout in de bovendorpel van het inhaakkozijn, het teveel naar het midden gesteld zijn van de raamdeuren, het niet goed in lijn liggen van de sluitnokken en sluitplaten, het niet correct monteren van het beslag en maatfouten in het beslag.
“klachten van tocht, geluid: “gieren” en “kraken” van de deuren en lekkage (…) aannemelijk”zijn. Volgens dit rapport blijkt
“Uit de informatie en aanwijzingen van de bewoners (…) dat de klachten niet ontstaan bij de aansluiting van het inzet kozijn in het bestaande kozijn. Ook zijn er geen aanwijzing dat de klachten een relatie hebben met de aangebrachte aftimmeringen zoals omschreven in opdracht 2.”,in welk kader [de V.O.F.] de betimmeringen heeft aangepast. De oorzaak van de klachten is volgens dit rapport erin gelegen dat de afmetingen van de door [de V.O.F.] geplaatste raamdeuren niet aan de gangbare eisen als vermeld in de KVT-95 voldoen.