Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Kamerstukken II2004/05, 29 934, nr. 3, p. 7).
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank;
- verklaarthet tegen de uitspraak van de Heffingsambtenaar bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigtde uitspraak op bezwaar;
- vernietigtde schriftelijke kennisgeving;
- steltde door de Heffingsambtenaar verschuldigde dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaar vast op € 80;
- bepaaltdat de Heffingsambtenaar wettelijke rente over € 80 is verschuldigd met ingang van 28 juni 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- gelastdat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door hem betaalde griffierecht van in totaal € 172, vergoedt;
- veroordeeltde Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld, op in totaal € 242,10.