ECLI:NL:GHSHE:2019:1141
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake schadevergoeding bij beëindiging franchiseovereenkomst zonder opzegtermijn
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van een vennootschap naar Duits recht tegen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. De zaak betreft een franchiseovereenkomst waarbij de appellante de overeenkomst zonder inachtneming van een redelijke opzegtermijn heeft beëindigd. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen op 4 december 2018, waarin werd geoordeeld dat de appellante gehouden is tot schadevergoeding aan de geïntimeerde. In het huidige arrest heeft het hof de hoogte van de schadevergoeding vastgesteld, waarbij het hof de nettowinst uit verkoop van producten als uitgangspunt heeft genomen. De appellante en geïntimeerde hebben verschillende berekeningen gepresenteerd over de hoogte van de nettowinst, maar het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende onderbouwing is voor de door hen gepresenteerde cijfers. Het hof heeft daarom de schade geschat en vastgesteld op € 1.978,75, vermeerderd met wettelijke rente. De grieven van de appellante zijn gegrond verklaard, en de bestreden vonnissen zijn vernietigd. De kosten van het hoger beroep zijn toegewezen aan de geïntimeerde, terwijl de proceskosten in eerste aanleg zijn gecompenseerd. Het arrest is uitgesproken op 26 maart 2019.