ECLI:NL:GHSHE:2019:1140
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanneming van werk en prijsafspraak in civiel recht; beoordeling van de redelijkheid van de prijs en bewijsvoering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant], handelend onder de naam [eetcafé], tegen [geïntimeerde], Koeltechniek B.V. De zaak betreft een geschil over de aanname van werk en de redelijkheid van de prijs die [appellant] verschuldigd zou zijn aan [geïntimeerde] voor werkzaamheden die zijn uitgevoerd in het kader van de levering van koel- en vriesaggregaten. De procedure is gestart na een vonnis van de kantonrechter van 16 mei 2018, waarin de vorderingen van [geïntimeerde] zijn toegewezen. [appellant] heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd, maar het hof oordeelt dat de vorderingen van [geïntimeerde] terecht zijn toegewezen. Het hof stelt vast dat er geen expliciete prijsafspraak is gemaakt voor de verplaatsing van de aggregaten, maar dat [appellant] op basis van artikel 7:752 BW in beginsel een redelijke prijs verschuldigd is. Het hof overweegt dat [appellant] niet heeft aangetoond dat er een impliciete afspraak was dat de werkzaamheden kosteloos zouden zijn. Het hof schorst de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis en laat [appellant] toe feiten of omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [geïntimeerde] niets in rekening zou brengen voor de uitgevoerde werkzaamheden. De zaak wordt verwezen naar de rol voor het horen van getuigen.