3.1.Het gaat in deze zaak, chronologisch weergegeven, om het volgende.
a. a) Biretco is een retailservice-organisatie in de rijwielbranche, met vele (in 2000 ongeveer 250) aangesloten winkels in Nederland en vele contractleveranciers. Zij sluit serviceovereenkomsten en/of franchiseovereenkomsten met rijwielhandelaren, inhoudende de rechten en verplichtingen van Biretco als franchisegever enerzijds en de rijwielhandelaren als franchisenemers anderzijds.
b) Tot 23 september 2004 was Biretco genaamd Euretco Tweewielers B.V., en was zij een dochter van Euretco N.V. Op die datum is Euretco Tweewielers verzelfstandigd via een zgn. management-buy out. Het hof zal hierna (nagenoeg) steeds spreken van Biretco. Met partijen gaat het hof ervan uit dat, voor zover voor deze procedure van belang, op 23 september 2014 alle rechten en plichten van zowel Euretco Tweewielers als Euretco N.V. overgegaan zijn op Biretco.
c) Geïntimeerde 2, [geïntimeerde 2] , was vanaf 2000 tot 23 september 2004 financieel manager bij Euretco Tweewielers en is vanaf 23 september 2004 statutair bestuurder (financieel directeur) van Biretco.
d) Geïntimeerde 3, [geïntimeerde 3] , was van 1 januari 1996 tot 23 september 2004 statutair directeur van Euretco Tweewielers en van 23 september 2004 tot 28 februari 2007 statutair bestuurder (algemeen directeur) van Biretco.
e) Detavisie B.V. behoorde tot 1 april 2004 tot de Euretco-groep. De exacte vennootschappelijke structuur van de Euretco-groep is het hof niet bekend. Detavisie stelde tot maart 2006 voor onder meer leden van Biretco financiële bedrijfsanalyses (FBA’s) en financieringsaanvragen op. [in eerste aanleg mede-gedaagde, in hoger beroep niet meer betrokken] (in eerste aanleg mede-gedaagde, in hoger beroep niet meer betrokken) was werkzaam bij Detavisie van 1 oktober 1996 tot 1 oktober 2002 als financieel adviseur en senior adviseur en van 1 oktober 2002 tot 28 februari 2006 als manager financiële diensten.
f) Vanaf maart 2006 is Biretco zelf voor haar leden FBA’s gaan opstellen en heeft zij bemiddeld bij financieringsaanvragen. Vanaf 2007 heeft zij deze laatste dienstverlening aan haar leden gestaakt.
g) [appellant] exploiteert in de vorm van een eenmanszaak sinds 1992 een fietsenwinkel in [vestigingsplaats 1] (‘ [Tweewielers] Tweewielers') (prod. 1 [appellant] ). Daarnaast exploiteerde [appellant] tot februari 2003 in [vestigingsplaats 2] een filiaal en in het jaar 2002 een nieuw aangekochte en datzelfde jaar weer verkochte winkel in [vestigingsplaats 3] .
h) [appellant] was aangesloten bij een Duitse inkoopcombinatie (ZEG genaamd).
i. i) [acquisiteur in dienst bij Detavisie] was in 2000 dienst bij Detavisie als acquisiteur, met als taak nieuwe franchisenemers voor Biretco aan te trekken. Daartoe voerde hij onder meer acquisitiegesprekken.
j) Door Euretco Tweewielers/Biretco zijn folders uitgegeven, bestemd voor potentiële franchisenemers. In de folder van mei 2000 valt onder meer te lezen:
“
Het belangrijkste voordeel van het werken met een winkelformule van Euretco is dat uw bedrijfsresultaat verbetert. De jaarcijfers van de met Euretco Tweewielers samenwerkende ondernemers geven aan dat ze met hun bedrijfsresultaat ruim 4% hoger scoren dan het landelijk gemiddelde in de rijwielbranche”
en
“
Wanneer u jaarlijks op vrijwillige basis, uw jaarcijfers opstuurt naar Detavisie (..) dan worden die vergeleken met de gemiddelde jaarcijfers van de overige aangesloten zelfstandige ondernemers. U kunt uw bedrijfsresultaten dus spiegelen aan uw collega’s” (prod. 88A [appellant] ).
k) [appellant] heeft met Biretco twee overeenkomsten gesloten, door [appellant] ondertekend op 18 juli 2000 en namens Biretco op 3 augustus 2000.
l1) De eerste (een algemene overeenkomst zonder opschrift) overeenkomst (hierna: de basisovereenkomst) (prod. 20 [appellant] ) vermeldt onder meer dat [appellant] vaste afnemer van Biretco wenst te worden, dat Biretco als doel heeft “
diensten te verlenen aan haar vaste afnemers en voor haar vaste afnemers te bemiddelen bij het inkopen van goederen en diensten en het verrichten van diensten en daarbij zo gunstig mogelijke condities en prijzen te bedingen”.
Door ondertekening van de overeenkomst stemt de vaste afnemer in met de bepalingen van het bijgevoegde algemeen leveringsreglement. De kosten voor de vaste afnemer waren
- in 2000: jaarlijkse organisatiebijdrage ƒ 2.000,00 (afgerond € 908)
eenmalig entreegeld: ƒ 500,00 (afgerond € 227)
51 maandelijkse bijdragen garantiefonds van ƒ 166,67 (€ 75,63)
Kort omschreven wordt in artikel 1 wat de formule van Profile “de Fietsspecialist” inhoudt, verwezen wordt verder naar een bijgevoegde handleiding (niet overgelegd).
l2) Gesteld op dezelfde datum hebben [appellant] en Biretco een “service-overeenkomst” gesloten, waarin de rechten en verplichtingen van de deelname aan de Profile “de Fietsspecialist”-formule staan uitgewerkt (prod. 21 [appellant] ).
Deze verplichtingen houden onder meer in betaling van een jaarlijkse fee wegens conceptgebruik en radio/tv-reclame en de kostprijs van folders en het assortimentsmagazine (artikel 2 Serviceovereenkomst).
Overgelegd zijn twee, onderling verschillende, exemplaren waarvan de ondertekening en de data onleesbaar zijn. Nu Biretco dit niet betwist, gaat het hof ervan uit dat deze serviceovereenkomst(en) ook zijn gesloten met [appellant] op 18 juli/3 augustus 2000.
l3) De verdere rechten en plichten van de aangesloten deelnemer jegens Biretco staan vermeld in het Algemeen Leveringsreglement dat achter de basisovereenkomst zit. Hierin is onder meer het volgende bepaald:
Artikel 1:- zoveel mogelijk moet bij aangesloten leveranciers worden gekocht;
- ten opzichte van gecontracteerde leveranciers staat Biretco betalingsgarant;
- Euretco N.V. betaalt de leveranciers centraal (“
Aldus gedane betalingen worden voor de uitvoering van deze overeenkomst geacht te zijn verricht door Euretco[Tweewielers]”);
- periodiek worden betalingsadviezen [=facturen, hof] gezonden door Biretco aan de deelnemer;
- de deelnemer mag niet zelf de leverancier betalen;
Artikel 2: - 30 datum na “adviesdatum” vervalt elk recht op betalingskorting en is een minimumrente van 0,5% per 14 dagen verschuldigd.
m) Op 11 augustus 2000 bevestigde Biretco de aansluiting van [appellant] bij de
organisatie. In deze brief staat vermeld dat aanvullend de afspraak is gemaakt dat de
formule-uitstraling van de twee filialen van [appellant] door Biretco wordt betaald,
dat voor het filiaal in [vestigingsplaats 2] geen contributie, fee en entreegeld betaald hoeft te worden
en dat het verschil tussen de huidige inkoopcondities bij Gazelle en die welke [appellant] via
Biretco ontvangt, hetzij door Biretco, hetzij door Gazelle vergoed zullen
worden. (prod. 107 [appellant] ).
n) In een brief van 6 september 2000 (prod. 12 [appellant] ) schrijft [in eerste aanleg mede-gedaagde, in hoger beroep niet meer betrokken] van Detavisie aan [appellant] :
“
Op 29-08-00 ontving u van ons een Financiële Bedrijfs Analyse (FBA), opgesteld aan de hand van uw jaarrekening. Een FBA geeft u veel inzicht in de financiële situatie van uw onderneming. Het is duidelijk dat concrete en feitelijke gegevens uit het recente verleden een belangrijke rol spelen bij het vaststellen van uw toekomstig beleid. (..)” Vervolgens biedt Detavisie aan een financiële prognose te maken voor de komende 3 jaren.
o) Deze kennelijk in augustus 2000 opgemaakte FBA zit niet bij de stukken. Wel is overgelegd een opdrachtbevestiging van [appellant] aan Detavisie van 25 september 2000 voor financiële begeleiding (prod. 108 [appellant] ). De bijbehorende offerte is evenmin als genoemde financiële prognose overgelegd.
p) Op 2 februari 2001 schreef de afdeling Kredietbeheer van Euretco N.V. aan [appellant] dat een achterstand in betalingen was ontstaan van ƒ 118.105,00 (€ 53.594). Daarnaast werd gemeld dat [appellant] gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om een aantal orders door te schuiven naar een latere afrekendatum, waarvan het openstaande bedrag ƒ 778.398,83
(€ 353.221) bedroeg. Bevestigd werd de afspraak dat [appellant] naast de gewone betalingen
ƒ 10.000,00 (€ 4.538) per week extra zou voldoen en dat hij tot meerdere zekerheid van de (tegenwoordige en toekomstige) vorderingen van Biretco op drie aan hem toebehorende onroerende zaken een tweede hypotheekrecht ten gunste van Biretco zou vestigen (prod. 43 [appellant] ).
q) Op 9 juni 2001 is een overeenkomst van geldlening gesloten tussen [appellant] en Euretco N.V., waarin door Euretco N.V. ƒ 240.000 (€ 108.907) is geleend aan [appellant] tegen een rente van 7% per jaar, en die maandelijks met ƒ 20.000,00 (€ 9.076) moest worden afgelost (prod. 48 [appellant] )
r) Op 25 januari 2002 schreef de afdeling Kredietbeheer van Euretco N.V. aan [appellant] dat het openstaande saldo bij Euretco N.V. € 483.366,52 bedroeg en dat hiervan achterstallig (langer openstaand dan 30 dagen) was € 247.947,74:
“(..) dat deze hoge achterstand voor Euretco onacceptabel is en spoedig oplossing vereist. Komt deze oplossing er niet dan zullen andere minder sympathieke maatregelen onontkoombaar worden (..)” en “
Van vrijblijvendheid (in de zin van ik doe mijn best en als het niet lukt; tja jammer dan) kan geen sprake meer zijn. Alle bedrijfsbeslissingen zullen heel sterk in het kader van de aanwezig[e]
bedrijfsfinanciën geplaatst moeten worden.”.
De concreet met [appellant] gemaakte afspraken (waaronder: ervoor zorgdragen dat de conceptjaarcijfers over 2001 beschikbaar worden; overleg voeren met de accountant om de administratie te organiseren; opstellen plan van aanpak; wekelijks afbetalen wat mogelijk is) werden vervolgens weergegeven (prod. 44 [appellant] ).
s) Op 4 maart 2002 heeft [appellant] aan Euretco N.V. zijn bedrijfsinventaris in stil pand gegeven (in tweede verband na de bank) (prod. 48 [appellant] ).
t) Door Detavisie is een ongedateerde financiële bedrijfsanalyse (FBA) opgesteld ten behoeve van “
Profile [Tweewielers] “de Fietsspecialist” (prod. 13 [appellant] ). Deze FBA dateert volgens [appellant] van april 2002 (inl. dagv. nr. 124/125). In deze FBA worden de jaarcijfers van 2000 en 2001 vermeld.
De tweede bladzijde van de FBA bestaat uit 3 kolommen. De eerste vermeldt de gegevens over 2000, de tweede over 2001 en de derde heeft als opschrift “Norm”. In de kolom 2000 staat een omzet vermeld van ƒ 1.429.886; in 2001 ƒ 1.500.105; de bruto winstmarge in de kolom 2000 is 25%; in 2001 21% en in de kolom Norm staat 36,6%. De kolom Resultaatontwikkeling (blz. 11 rapport) vermeldt een nettowinst in 2000 van ƒ 91.578,00 (6,4%), in 2001 van – ƒ 7.317,00 (-0,5%), terwijl de Norm is 13,4%.
De opgenomen cijfers uit 2000 en 2001 komen nagenoeg overeen met de als productie 42 bij [appellant] overgelegde – anonieme – jaarcijfers, waarvan [appellant] stelt dat die van hem zijn.
u) Op 19 juni 2003 heeft Euretco N.V. aan [appellant] gemeld dat op 13 juni 2003 beslag was gelegd op de voorraad en inventaris en onder meer bevestigd dat alle omzet aan Euretco N.V. moet worden afgedragen totdat de achterstand deels zal zijn ingelopen (prod. 48 [appellant] ).
v) [appellant] heeft op 24 juli 2003 aan Detavisie opdracht gegeven tot het uitvoeren van een financieringsadvies en kredietbemiddeling (prod. 45 [appellant] ). Stukken hieromtrent zijn verder niet overgelegd.
w) Detavisie heeft op 12 februari 2004 aan [appellant] een exploitatieprognose 2004 gezonden (prod. 126 [appellant] ).
x) Biretco heeft (in april 2006) een FBA voor [appellant] opgesteld over het jaar 2004. Overgelegd is daaruit het exploitatieoverzicht, waaruit blijkt dat zijn brutowinst in 2004 23,5% was (waar de norm 36,5% bedroeg) (prod. 54 [appellant] ).
y) Biretco heeft (in februari 2008) een FBA voor [appellant] opgesteld over het jaar 2006. De brutowinst was in 2005 20,7% en in 2006 16,9 %. De omzetontwikkeling van [appellant] was in 2005 slecht (-12,7%) maar stond in 2006 weer op 4,6 %. De solvabiliteit en de winstmarge waren negatief en weken sterk af van de kolom “Norm Biretco” (prod. 46 [appellant] ).
z) Op 5 maart 2007 hebben [appellant] en zijn echtgenote aan Biretco een eerste resp. tweede hypotheek verstrekt op aan hen toebehorende winkelpanden en woonhuizen (prod. 47 [appellant] ).
aa) Op 30 september 2010 is de samenwerking tussen [appellant] en Biretco geëindigd.
bb) In het geding is gebracht een schriftelijke verklaring van [acquisiteur in dienst bij Detavisie] van 28 januari 2016, waarin hij onder meer schrijft:
“(..) ik [moest] de aspirant ondernemer natuurlijk overtuigen van de toegevoegde waarde van Biretco, juist in financiële zin. Ik werd door de directie “de weg op gestuurd” met de boodschap dat de gemiddelde brutowinstmarge bij Biretco door het volume circa 4% hoger lag dan het landelijk gemiddelde. Het rendement (resultaat onderaan de streep) zou dus ook hoger worden door aansluiting bij Biretco, hoger dan individueel zonder Biretco. (..) Ik vertelde dit verkoopverhaal niet alleen in individuele gesprekken (..).
Tijdens mijn dienstverband ben ik er altijd vanuit gegaan dat de gegevens met betrekking tot FBA’s en exploitatiegegevens van de “eigen” winkels ETW/Biretco correct waren. (..) Vanaf ongeveer september 2006 kreeg ik mijn eerste twijfels doordat er een behoorlijk aantal ondernemers hun lidmaatschap , deels door de hoge kosten en/of dat ze niet het beloofde resultaat behaalden. Mijn twijfels werden verstrekt doordat er in die periode meerdere ondernemers, waar ikzelf een hoge dunk van had qua ondernemerskwaliteiten, in grote financiële problemen kwamen (..)”. (prod. 91 [appellant] ).
cc) Op 8 december 2016 schreef [acquisiteur in dienst bij Detavisie] aan de advocaat van [appellant] : “
Ik ben gewoon (..) op een goeie dag zijn winkel binnengelopen en heb mijn vaste verkoopverhaal gedaan en de acquisitiebrochure laten zien en achtergelaten. Hij bleek gevoelig voor dit verkoopverhaal en sloot zich later met alle 3 zijn zaken aan”. (prod. 128 [appellant] ).
3.2.1.[appellant] heeft Biretco, [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] en nog 3 anderen in rechte betrokken en kort samengevat gevorderd:
1. te verklaren voor recht dat sprake is (geweest) van dwaling aan de zijde van [appellant] bij het sluiten van de met Biretco gesloten overeenkomst;
2. in plaats van de vernietiging uit te spreken de gevolgen van de overeenkomsten te wijzigen ter opheffing van het nadeel van [appellant] in die zin dat (een of meer van de) gedaagden (hoofdelijk) worden veroordeeld tot betaling aan [appellant] van een (nader te onderbouwen) bedrag ter opheffing van het nadeel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de eerste overeenkomst tussen Biretco en [appellant] is gesloten, althans vanaf de datum der dagvaarding, althans een in goede justitie te bepalen datum;
3. te verklaren voor recht dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst(en) door (een of meer) gedaagden, dan wel dat sprake is van onrechtmatig handelen van (een of meer) gedaagden;
4. te verklaren voor recht dat gedaagden (daarom) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [appellant] dientengevolge heeft geleden;
5. hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot vergoeding aan [appellant] van het nadeel c.q. de schade, primair op grond van een op te maken schadebegroting, subsidiair nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, en in het geval van verwijzing naar de schadestaatprocedure hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding;
6. hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.2.De gedaagden hebben verweer gevoerd.
3.2.3.De rechtbank heeft bij het thans bestreden (eind)vonnis de vorderingen van [appellant] afgewezen, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
3.3.1.[appellant] is van dit vonnis in hoger beroep gekomen, voor zover dat was gericht tegen de afwijzing van zijn vorderingen tegen Biretco. De overige gedaagden zijn niet meer in dit hoger beroep betrokken. [appellant] heeft daarbij zijn eis gewijzigd in die zin, dat hij thans ook een voorschot vordert op zijn nader te begroten schade van € 100.000, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dagvaarding in eerste aanleg en € 4.000 wegens buitengerechtelijke kosten.
In het petitum van de memorie van grieven wordt thans daarnaast – gelijktijdig - gevorderd (samengevat):
- te verklaren voor recht dat (een of meerdere) geïntimeerden onrechtmatig jegens [appellant] hebben gehandeld en zij aansprakelijk zijn voor de daardoor door [appellant] geleden schade met veroordeling van hen, hoofdelijk, tot vergoeding van de schade van [appellant] , nader op te maken bij staat;
- te verklaren voor recht dat Biretco toerekenbaar tekort geschoten is jegens [appellant] in de nakoming van de overeenkomsten met [appellant] en aansprakelijk is voor de daardoor door [appellant] geleden schade, met veroordeling tot vergoeding van de schade van [appellant] , nader op te maken bij staat;
- te verklaren voor recht dat sprake is geweest van dwaling aan de zijde van [appellant] bij het sluiten van de overeenkomsten met Biretco en in plaats van de vernietiging uit te spreken de gevolgen van de overeenkomsten te wijzigen ter opheffing van het nadeel van [appellant] in die zin dat Biretco wordt veroordeeld tot betaling aan [appellant] van een bedrag ter opheffing van het nadeel, nader op te maken bij staat;
met veroordeling van Biretco in de proceskosten in beide instanties.
3.3.2.Biretco heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4.1.[appellant] heeft met grief I geklaagd tegen de splitsing bij tussenvonnis van 13 mei 2015 van de zaak (met negen eisers en zes gedaagden) in negen afzonderlijke zaken. Deze grief faalt nu het hier een niet-appellabele rolbeschikking betreft. Het gaat hier niet om een beslissing die ingrijpt in de rechten van partijen, maar om een beslissing, genomen ter bevordering van een geregeld verloop van de procedure.
3.4.2.Grief II klaagt erover dat de rechtbank niet het volledige procesdossier in het vonnis heeft vermeld. Bij het fourneren voor arrest heeft [appellant] het volledige dossier overgelegd. Bij deze grief heeft hij dus nu geen belang meer. Hetzelfde gebrek aan belang geldt gezien de algemene herstelfunctie van het hoger beroep voor grief VIA, waarin [appellant] erover klaagt dat de rechtbank direct na de comparitie na antwoord eindvonnis heeft gewezen.
3.4.3.Grief III vermeldt als kop: belangrijkste feiten/verwijten. Het wordt in deze grief echter niet duidelijk wat [appellant] de rechtbank verwijt, zodat het hof deze grief verder onbehandeld zal laten. Wat daar van zij, het hof heeft hierboven de in hoger beroep belangrijkste feiten weergegeven.
3.4.4.In de visie van [appellant] heeft de rechtbank ten onrechte niet al zijn vorderingen toegewezen. Dit heeft hij onderbouwd met acht grieven, vier subgrieven, tien “juridische denkfouten” in het bestreden vonnis en daarnaast heeft hij als gezegd zijn eis in hoger beroep verder aangevuld. Waar het om gaat, is welke gronden [appellant] heeft aangevoerd ten betoge dat het bestreden vonnis moet worden vernietigd en de gewijzigde eis alsnog moet worden toegewezen. Deze gronden kunnen zowel bestaan uit bezwaren tegen beslissingen van de rechtbank, als uit nieuwe stellingen die [appellant] in hoger beroep betrekt. Het hof heeft de gronden per thema gegroepeerd en zal de overige grieven en nieuwe stellingen gezamenlijk per thema bespreken.
3.4.5.Het hof stelt voorop dat volgens de hoofdregels van bewijslastverdeling op [appellant] de stelplicht en de bewijslast rust van de door hem gestelde (algemene) onrechtmatige daden, toerekenbare tekortkoming, dwaling en voorts dat hij voldoende feiten moet stellen waaruit kan worden afgeleid dat hij schade heeft geleden. [appellant] heeft zeer veel aangevoerd. Een aanzienlijk deel van zijn stellingen ziet echter op kwesties die geen rechtstreeks of zelfs helemaal geen verband hebben met de thans aan de orde zijnde kwestie. Het is hierom, maar ook gezien de omvang van de stellingen van [appellant] en de wijze waarop deze aan het hof zijn gepresenteerd, dat de stellingen, standpunten, voorbeelden en grondslagen van [appellant] hierna verkort zullen worden weergegeven en in de daaropvolgende rechtsoverwegingen worden besproken.
samenvatting stellingen en grondslag vorderingen
3.5.1.Het gaat in deze zaak kort gezegd om het volgende. [appellant] was met zijn rijwielonderneming aangesloten bij een inkoopcombinatie. Hij heeft zich vervolgens aangesloten bij Biretco. Hij was over deze franchiseorganisatie geïnformeerd door [acquisiteur in dienst bij Detavisie] , acquisiteur die, in dienst van Detavisie, als doel had klanten te werven voor Biretco. Verder was [appellant] geïnformeerd door een reclamefolder van Biretco, waarin de voordelen van het aansluiten bij deze franchiseorganisatie stonden uitgewerkt. Deze voordelen kwamen er vooral op neer dat door gezamenlijke inkoop schaalvoordelen bereikt konden worden, dat de bedrijfsresultaten van de aangesloten ondernemers zouden verbeteren en dat Biretco de betaling van de facturen van aangesloten leveranciers, waarbij de franchisenemer bestellingen kon doen, voorschoot. Bij snelle terugbetaling door de franchisenemer aan Biretco kreeg deze een betalingskorting, bij terugbetaling na 30 dagen betaalde de franchisenemer een hoge rente. Aan het lidmaatschap van Biretco waren kosten verbonden, die in de overeenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden stonden vermeld.
Er zijn – zoals uit het hierna in rov 3.7.2. zal worden geoordeeld –, geen op [appellant] ’ bedrijf gerichte prognoses opgemaakt voordat hij zich aansloot. In een later stadium zijn door Detavisie en vervolgens door Biretco financiële bedrijfsanalyses van de onderneming van [appellant] gemaakt. In die analyses werden de cijfers van [appellant] vergeleken met zogenaamde Detavisie/Biretco-normen.
De onderneming van [appellant] is in slecht weer komen te verkeren. Hij had reeds na korte tijd aanzienlijke betalingsachterstanden bij Biretco, welke achterstanden daarna alleen nog maar zijn opgelopen.
3.5.2.De verwijten die [appellant] aan Biretco maakt kunnen worden samengevat als volgt:
( a) Biretco werft op basis van onware mededelingen in haar reclamefolders en onware aanprijzingen door haar acquisiteur [acquisiteur in dienst bij Detavisie] ;
( b) Biretco heeft gedurende de looptijd van het contract de onware mededelingen herbevestigd (onder andere via Detavisie);
( c) Biretco heeft heimelijk voor zichzelf voordelen bedongen ten koste van [appellant] ;
( d) Biretco heeft [appellant] niet goed financieel begeleid.
De vorderingen die [appellant] aan deze verwijten verbindt, weergeven in rov. 3.3.1, zijn alle gestoeld op het hierboven in rov 3.1 weergegeven feitencomplex. [appellant] heeft expliciet gesteld dat deze vorderingen nevengeschikt zijn.
Deze vorderingen van [appellant] vinden volgens hem hun grondslag in (i) dwaling; (ii) bedrog; (iii) toerekenbare tekortkoming vóór het sluiten van de overeenkomst en tijdens de looptijd van het contract (iv) misleidende reclame, (v) acquisitiefraude en (vi) onrechtmatige daad in het algemeen.
3.5.3.Biretco heeft zich hiertegen verweerd, door erop te wijzen dat een ondernemer die zich bij Biretco aansluit, zelf kan bepalen met welke intensiteit hij de samenwerking wil aangaan, en naar eigen keuze de door Biretco aangedragen hulpmiddelen kan gebruiken. Als ondernemer draagt [appellant] zijn eigen ondernemersrisico. Een verdienmodel is niet overeengekomen. Hij is niet verkeerd heeft geïnformeerd, nu reclamefolders altijd een zekere overdrijving met zich brengen en overigens de Detavisie/Biretconorm slechts een benchmark is, geen norm die “gehaald” moet worden. [appellant] heeft vanaf zijn aansluiting Biretco als bank gebruikt, door wel leveranties te bestellen, die centraal te laten betalen, maar Biretco niet terug te betalen. Dan lopen de achterstanden, inclusief renteschulden, snel op. [appellant] heeft verder blijk gegeven van slecht ondernemerschap door een extra winkel bij te kopen (door Biretco als het ware gefinancierd), en die winkel weer snel verkocht, te hoge kortingen te geven, te hoge voorraden aan te houden en verlies te lijden op tweedehandsfietsen. Hierin is de oorzaak van de verliezen van [appellant] gelegen, en niet in zijn aansluiting bij Biretco.