Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verdere geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
Het ongeval vond op het midden van de kruising plaats en dus niet achter het kruispunt. Ik ben het kruispunt niet voorbij gereden en heb geen U-bocht gemaakt. Ik wilde links afslaan heb mijn knipperlicht aangezet ben gaan remmen en moest toen wachten in verband met tegenliggers.”
[abusievelijk verkeerd geschreven achternaam van de verzekerde van geintimeerde]”) heeft als getuige onder andere verklaard:
De auto voor mij stuurde voor mij onverwachts naar links ter hoogte van de doorgetrokken streep net voorbij de kruising. Toen ik aan kwam gereden, stond de Mercedes stil voor het rode stoplicht. Op het moment dat ik de kruising naderde, trok de Mercedes al op. Pas op het moment dat de Mercedes instuurde om naar links te gaan, zag ik remlichten branden. Op het moment van de aanrijding reed de Mercedes stapvoets.(…)
De Mercedes gaf geen richting aan om naar links af te slaan. Op het moment dat de Mercedes het kruispunt eigenlijk al was gepasseerd, stuurde deze voor mij plotseling naar links. Ik kan mij niet herinneren of het moment van de aanrijding zelf er tegenliggers waren. Na de aanrijding heeft de Mercedes een parkeerplek gevonden en werd daarbij niet gehinderd door tegenliggers.(…)
U toont mij het aanrijdingsformulier dat zich in het dossier bevindt. Ik kan mij niet herinneren wie de tekening heeft gemaakt. Op die tekening ben ik auto A. De plaatsing van de auto’s klopt niet helemaal met hoe ik het mij herinner. De Mercedes hoort voorbij de kruising te zijn getekend. Op het moment dat ik de Mercedes raakte was hij de kruising half gepasseerd. De Mercedes maakte in eens een rare bocht. De tekening geeft die manoeuvre niet goed weer.”
€ 450,00