Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/280907 / HA ZA 14-493)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord;
- de akte van [appellant] ;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] ;
3.De beoordeling
3.Kinderalimentatie
.Naar het oordeel van het hof kan deze brief echter niet gelden als een toereikende onderbouwing van de stellingen van [appellant] . Niet alleen is de brief daarvoor te vaag, maar bovendien kan aan de intentie van [appellant] bij het geven van de opdracht aan [geïntimeerde] niet worden ontleend wat de bedoeling van [appellant] en [toenmalige echtgenote van appellant] was toen zij, na daartoe gevoerde onderhandelingen, het convenant op 27 februari 2008 ondertekenden.