Uitspraak
8.Het tussenarrest van 29 november 2016
9.Het verdere verloop van de procedure
10.De verdere beoordeling
€ 346.112
€ 468.750
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een geschil tussen een schuldeiser en een kredietnemer. De kredietnemer, aangeduid als Vast Goed B.V., heeft een beroep gedaan op een geldlening die in verschillende tranches is verstrekt tussen 2005 en 2006. De totale hoofdsom van de leningen bedraagt € 10.300.000. De schuldeiser, Eagle Corporate S.A., heeft de hoofdsommen niet gemotiveerd weersproken, maar heeft wel betoogd dat er discrepanties zijn in de vordering. Het hof heeft geoordeeld dat Eagle niet voldoende onderbouwd heeft betwist dat de hoofdsommen zijn verstrekt en dat er geen plaats is voor tegenbewijs.
Het hof heeft ook de rentevordering van de kredietnemer beoordeeld. De gevorderde rente tot en met 31 december 2006 is toegewezen, maar de rente vanaf 1 januari 2007 is afgewezen omdat de kredietnemer niet voldoende heeft toegelicht waarom deze rente verschuldigd zou zijn. De wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag is toegewezen vanaf 1 maart 2010 tot de dag der algehele voldoening.
In de uitspraak heeft het hof de vorderingen van de partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de grieven van de kredietnemer slagen. Het bestreden vonnis van de rechtbank is gedeeltelijk bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd. Eagle is veroordeeld tot betaling van € 9.919.687 aan de kredietnemer, en de andere geïntimeerde partij is veroordeeld tot betaling van € 751.250. De proceskosten zijn ook aan de zijde van de kredietnemer toegewezen.