ECLI:NL:GHSHE:2018:590

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 februari 2018
Publicatiedatum
13 februari 2018
Zaaknummer
200.206.158_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake herstel van internet-, telefoon- en televisieaansluiting tussen appellant en KPN B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen KPN B.V. De appellant, vertegenwoordigd door mr. G. Tajjiou, heeft een vordering ingesteld met betrekking tot de herstelwerkzaamheden van zijn internet-, telefoon- en televisieaansluiting. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin de waarde van de vorderingen niet kon worden vastgesteld. KPN, vertegenwoordigd door mr. O. Heuverling, heeft in het incident gesteld dat de kosten voor herstel nihil zijn of maximaal € 180,-, terwijl de appellant de kosten voor herstel tussen de € 2.000,- en € 5.000,- begroot. Het hof heeft vastgesteld dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de vordering een lagere waarde dan € 1.750,- vertegenwoordigt, waardoor de appellant in het hoger beroep kan worden ontvangen. De zaak is verwezen naar de rol voor beraad partijen, waarbij KPN geen memorie van antwoord meer kan nemen. Het hof heeft de incidentele vordering afgewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.206.158/01
arrest van 13 februari 2018
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
verweerder in het incident,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. G. Tajjiou te Roermond,
tegen
KPN B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
eiseres in het incident,
hierna aan te duiden als KPN,
advocaat: mr. O. Heuverling te Naaldwijk,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 7 februari 2017 en 7 november 2017 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht onder zaaknummer 4775713\CV EXPL 16-1052 gewezen vonnis van 6 juli 2016.

8.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 7 november 2017;
  • de akte uitlaten van KPN met vier producties;
  • de akte uitlaten van [appellant] .
Het hof heeft daarna een datum voor arrest in het incident bepaald.

9.De verdere beoordeling

In het incident
9.1.
Bij genoemd tussenarrest kon het hof de waarde van de drie zelfstandige vorderingen niet vaststellen om te bezien of deze boven de appelgrens van € 1.750,- uit kwamen.
Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de waarden van de vordering in conventie (herstel van de internet-, telefoon- en televisieaansluiting) en de reconventionele vordering (KPN in de gelegenheid stellen om de voorzieningen te verwijderen na opzegging).
9.2.
KPN stelt zich op het standpunt dat de kosten van herstel (de conventionele vordering) nihil zijn dan wel - in het meest verstrekkend geval - begroot kunnen worden op € 180,-. Zij voert hiertoe aan dat, nu [appellant] zowel in eerste aanleg als in hoger beroep niet concreet heeft gemaakt welke specifieke problemen hij ondervindt en welke herstelwerkzaamheden er zouden moeten worden uitgevoerd, KPN aansluiting moet zoeken bij de door [appellant] in het verleden gedane meldingen. Uit de tickethistorie van KPN blijkt dat [appellant] uitsluitend heeft geklaagd over de zogenaamde ‘foutcode 12’, een verbindingsfout met betrekking tot de digitale televisie die wordt veroorzaakt door een storing in de draadloze internetverbinding. Dit kan volgens KPN hersteld worden door het modem te resetten, dan wel - indien dit niet werkt - een kabelverbinding tussen het modem en de televisie tot stand te brengen. In het meest ongunstigste geval zal een monteur de gehele installatie moeten overdoen wat ongeveer twee uur zal duren. De kosten hiervoor, inclusief materialen, waaronder een modem en bekabeling, worden geschat op € 180,-.
KPN merkt hierbij op dat zij geen garantie biedt op de Wifi en dat iedere aansluiting bekabeld wordt aangeboden.
9.3.
[appellant] stelt dat hij niet alleen over de foutcode 12 heeft geklaagd maar ook over storingen van het draadloze internet, het te langzame internet en storingen van de interactieve tv. Uit de tickethistorie blijkt volgens [appellant] dat de monteurs tot maar liefst 7 pogingen hebben gedaan om deze verbindingen te herstellen, wat niet gelukt is. Uit de door KPN in het geding gebrachte gegevens en de verklaringen van [appellant] volgt dat herstel van de verbindingen alleen tot stand gebracht kan worden door de bekabeling naar de woning aan te passen. [appellant] begroot de kosten van het aanleggen c.q. herstel van (glasvezel)aansluiting tussen de € 2.000,- en € 5.000,-.
Verder stelt [appellant] dat bij foutcode 12 sprake kan zijn van twee verschillende oorzaken en oplossingen, namelijk de oorzaak en oplossing die KPN heeft aangedragen, maar ook dat de oorzaak in het netwerk van KPN kan zitten. Op deze laatste oorzaak is KPN niet ingegaan. Ook is KPN niet gemotiveerd ingegaan op de kosten van herstel van de internet- en telefoonaansluiting.
9.4.
Het hof overweegt als volgt.
De vordering in conventie betreft in beginsel een vordering van onbepaalde waarde. Van een vonnis ten aanzien van een dergelijke vordering kunnen partijen in hoger beroep, tenzij er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde dan € 1.750,- vertegenwoordigt (artikel 332 lid 1 Rv).
In het onderhavige geval discussiëren partijen onder meer over de waarde van de conventionele vordering, inhoudende het herstellen van de internet-, telefoon- en televisieaansluiting door KPN. KPN stelt zich op het standpunt dat de kosten voor herstel van foutcode 12 in het meest ongunstigste geval wordt geschat op € 180,-. Of hiermee de televisieaansluiting is hersteld is echter nog maar de vraag. KPN heeft immers op haar website gemeld dat de oorzaak van foutcode 12 ook kan zitten in het netwerk van KPN. KPN heeft hiervan geen kostenopgave gedaan.
Verder heeft [appellant] terecht gesteld dat hij - naast herstel van de televisieaansluiting - ook herstel wenst van de telefoon- en internetaansluiting. Het hof leidt uit de tickethistorie af dat [appellant] - naast genoemde foutcode 12 - ook over traag internet heeft geklaagd. KPN heeft van dit herstel geen kosten opgegeven. [appellant] begroot deze kosten tussen de € 2.000,- en € 5.000,-.
Het hof leidt uit de stellingen van partijen af dat ook nu niet duidelijk is waar het probleem van de internetverbinding zit, wat dus hersteld moet worden en welke kosten hieraan verbonden zijn.
Uit het voorgaande kan de conclusie worden getrokken dat er geen duidelijke aanwijzingen bestaan dat de conventionele vordering een lagere waarde dan € 1.750,- vertegenwoordigt. Het hof gaat er dan ook van uit dat deze vordering een onbepaalde waarde heeft, zodat [appellant] in het hoger beroep kan worden ontvangen.
De waarden van de overige vorderingen behoeven dan ook geen verdere bespreking.
9.5.
Het hof zal de veroordeling in de kosten van het incident aanhouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
In de hoofdzaak
9.6.
De zaak wordt naar de rol verwezen voor beraad partijen. Het hof merkt op dat KPN geen memorie van antwoord meer kan nemen. Voor deze proceshandeling is op de rol van 1 augustus 2017 ambtshalve akte niet-dienen verleend, nu KPN niet binnen de gegeven termijnen die memorie heeft genomen en geen uitstel heeft gevraagd. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

10.De uitspraak

Het hof:
in het incident
wijst de incidentele vordering af;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rol van 27 februari 2018 voor beraad partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, P.M. Arnoldus-Smit en P.P.M. Rousseau en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 13 februari 2018.
griffier rolraadsheer