ECLI:NL:GHSHE:2018:5582

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 maart 2018
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
20-002540-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 maart 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant was veroordeeld. De verdachte, geboren in 1991, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 27 juli 2017. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend en dat er tijdens de zitting geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De beslissing van het hof is op 28 maart 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij mr. J.J. van der Kaaden niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002540-17
Uitspraak : 28 maart 2018

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 27 juli 2017 in de strafzaak met parketnummer 96-068566-17 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte heeft geen schriftuur houdende grieven ingediend en er zijn ter terechtzitting geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof is evenmin van oordeel dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.
Het hof zal daarom het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. A.R.O. Mooy, voorzitter,
mr. M.J. Grapperhaus en mr. J.J. van der Kaaden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Heller, griffier,
en op 28 maart 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.J. van der Kaaden is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.