Uitspraak
De Gemeenschappelijke Regeling WVS-Groep,
5.Het geding in hoger beroep
6.De verdere beoordeling
Gelet op het voorgaande zal het hof in de onderhavige beschikking een deskundigenonderzoek gelasten. Wel verzoekt het hof partijen de uitspraak op het beroep in de WIA-procedure te zijner tijd over te leggen tegelijk met hun memorie respectievelijk antwoordmemorie na deskundigenbericht.
Het hof heeft besloten de volgende deskundigen te benoemen:
[kantoorplaats] ;
ExpertiseCentrum te [kantoorplaats] .
Gelet op de stellingen van [appellante] in deze procedure en de vragen die reeds aan de deskundigen worden gesteld, ziet het hof geen aanleiding de door [appellante] voorgestelde vraag toe te voegen. Het hof zal aan beide deskundigen de volgende vragen voorleggen:
in de periode van 27 juni 2016 tot 23 november 2016?
[psychiater 2] ?
administratieve werkzaamheden en andere ongecompliceerde werkzaamheden,
5) Wordt/werd [appellante] door haar aandoeningen belemmerd in Nederland werkzaamheden te
verrichten?
aandoeningen en beperkingen van [appellante] ? Het hof verzoekt u voor de beantwoording van
deze vraag in overleg te treden met de andere deskundige.
een andere deskundige dan de reeds door het hof benoemde deskundigen nodig is en zo
ja welke?
daarvan kennis neemt?
Voor de goede orde wijst het hof erop dat het krachtens het bepaalde in artikel 198 lid 3 jo. 284 jo. 362 Rv uit een gebrek aan medewerking van één van partijen de gevolgtrekking kan maken die het geraden acht.
Indien één van de deskundigen voorziet dat de kosten hoger gaan uitvallen dan het begrote bedrag dient daartoe vooraf, met begroting van de meerkosten, schriftelijk toestemming van het hof te worden verkregen.
In de eindbeschikking zal een definitieve beslissing worden genomen over de betaling van de kosten van de deskundigen.
7.De beslissing
deze beschikking geformuleerde vragen;
dhr. dr. F.B. van der Wurff, psychiater
en
dhr. drs. J.O. Misperblom Beijer, neuroloog n.p.
beiden verbonden aan het DC ExpertiseCentrum
[adres]
[postcode] [kantoorplaats]
telefoonnummer [telefoonnummer] ;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van deze beschikking (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundigen ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
bepaalt dat de deskundigen bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundigen moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundigen een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
wijst de deskundigen en partijen op hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 6.6. en 6.7. is overwogen met betrekking tot het inzage- en blokkeringsrecht;
bepaalt dat de deskundigen in hun rapporten aangeven welke medische gegevens zij hebben ontvangen, waaronder ook die welke zij weliswaar hebben ontvangen maar niet aan hun deskundig oordeel ten grondslag hebben gelegd;
bepaalt dat de deskundigen in hun rapporten vermelden of en zo ja op welke wijze zij hebben voldaan aan hun verplichting om [appellante] in de gelegenheid te stellen mede te delen of zij van haar inzage- en blokkeringsrecht gebruik wenste te maken;
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat WVS-Groep genoemd voorschot ad € 8.433,70 zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundigen, indien hun kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten (zie rechtsoverweging 6.8.);