ECLI:NL:GHSHE:2018:5190

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
11 december 2018
Zaaknummer
200.179.821_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in civiele procedure met betrekking tot funderingen op perceel

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof en betreft een deskundigenonderzoek naar de funderingen die door de geïntimeerde zijn aangebracht. Het hof heeft op 11 december 2018 bepaald dat er een aanvullend voorschot van € 450,35 inclusief btw moet worden voldaan voor de deskundige, die eerder was benoemd om de situatie te onderzoeken. De kosten van het deskundigenonderzoek worden gelijkelijk verdeeld over beide partijen, waarbij elke partij € 225,18 moet betalen na ontvangst van de nota.

De procedure is voortgekomen uit een geschil tussen de appellante en de geïntimeerde over de vraag of de funderingen zich al dan niet op het perceel van de appellante bevinden. De deskundige, de heer D. Habets, heeft aangegeven dat de werkzaamheden omvangrijker zijn dan verwacht, wat heeft geleid tot de noodzaak van een aanvullend voorschot. Het hof heeft de deskundige verzocht om een tekening op schaal te vervaardigen, waarop de erfgrens en de litigieuze funderingen zijn ingetekend, om de vraag te kunnen beantwoorden.

Het hof heeft verder bepaald dat de deskundige zijn onderzoek zal voortzetten nadat het aanvullend voorschot is ontvangen en dat de zaak op de rol van 12 maart 2019 zal worden geplaatst in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de hoofdzaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer 200.179.821/01
arrest van 11 december 2018
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als: [appellante],
advocaat: mr. J.B.J.G.M. Schyns te Venlo,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellant in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als: [geïntimeerde],
advocaat: mr. M.A.F. Evers te Eindhoven,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 2 augustus 2016, 28 november 2017 en 19 juni 2018 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond onder zaaknummer C/03/198417/HAZA 14-649 gewezen vonnis van 29 juli 2015.

11.Het tussenarrest van 19 juni 2018

Bij genoemd arrest heeft het hof bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer D. Habets, verbonden aan [de vennootschap] Verder is bepaald dat het voorschot van € 2.677,50 voorlopig ten laste van ieder van partijen komt, derhalve voor elke partij € 1.338,75. De termijn van inzending van het rapport van de deskundige is bepaald op drie maanden nadat de griffier de ontvangst van het voorschot heeft bericht. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

12.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

[appellante] heeft op 9 juli 2018 en [geïntimeerde] op 24 juli 2018 het voorschot van
€ 1.338,75 op de aangegeven wijze voldaan.
De deskundige heeft bij e-mailbericht van 13 augustus 2018 aan de griffier van het hof bericht dat de werkzaamheden omvangrijker zijn gebleken dan tevoren was verwacht en om betaling van een aanvullend voorschot verzocht. Uit de gewijzigde prijsopgave van
12 november 2018 blijkt van een verhoging van € 450,35, gebaseerd op het totaalbedrag van die nieuwe offerte ad € 2.585,- exclusief BTW = € 3.127,85 inclusief BTW.
Op 13 november 2018 heeft de griffier van het hof de brief van 12 november 2018 doorgezonden aan de advocaten van partijen en partijen in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van veertien dagen te reageren op deze verhoging.
Mr. Evers heeft reeds in een e-mailbericht van 13 november 2018 gereageerd op een e-mail met de aanpaste offerte van [de vennootschap] . Mr. Schyns heeft bij brief van 26 november 2018 gereageerd.
Het hof overweegt dat partijen het niet eens zijn over het antwoord op de vraag of in opdracht van [geïntimeerde] aangebrachte funderingen zich, al dan niet (gedeeltelijk), bevinden op het perceel van [appellante] . Teneinde het hof in staat te stellen deze vraag te beantwoorden, dient de deskundige een tekening op schaal te vervaardigen, met daarop ingetekend (onder meer) de erfgrens en de litigieuze funderingen. Het hof heeft geoordeeld dat, gelet op de omstandigheden van dit geding, het voorschot van de deskundige gelijkelijk ten laste van partijen dient te worden gebracht.
De aanvulling op het voorschot houdt verband met aanvullende werkzaamheden, die niet waren opgenomen in de oorspronkelijke prijsopgave van de deskundige en die noodzakelijk zijn om de deskundige in staat te stellen om zijn hiervoor genoemde opdracht te vervullen. Gelet op de omstandigheden van dit geding dient ook het voorschot ter zake deze kosten gelijkelijk ten laste van partijen te worden gebracht. [geïntimeerde] heeft geen overtuigende argumenten aangevoerd ter onderbouwing van zijn standpunt dat [appellante] het aanvullende voorschot uitsluitend voor háár rekening dient te nemen.
Gelet op de tijd die is verstreken sinds de deskundigenbenoeming (in juni 2018), en mede gelet op de omvang van het door de deskundige begrote bedrag van de aanvulling, acht het hof geen termen aanwezig om, zoals [geïntimeerde] aangeeft, partijen in staat te stellen om offertes te vragen voor het verrichten van (hun deel van) de benodigde werkzaamheden door een derde. Het hof laat hierbij meewegen dat niet ondenkbaar is dat (ook) hierover tussen partijen verschil van mening ontstaat, des te meer nu, zoals eerder overwogen, partijen het niet eens zijn over het antwoord op de vraag of de funderingen zich, al dan niet (gedeeltelijk), bevinden op het perceel van [appellante] .
Het hof zal dienovereenkomstig beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

13.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 450,35 inclusief btw;
bepaalt dat elk van partijen de helft van genoemd aanvullend voorschot van € 450,35, derhalve € 225,18, zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op 11 maart 2019;
verwijst de zaak naar de rol van 12 maart 2019 in afwachting van het deskundigenbericht;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, W.J.J. Beurskens en J.J. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 december 2018.
griffier rolraadsheer