In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van de Vereniging van Eigenaars (VvE) tegen een geïntimeerde. De zaak draait om de uitleg van de omvang van een erfdienstbaarheid van weg die is vastgelegd in een notariële akte uit 1958. De VvE heeft in eerdere procedures, waaronder vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant, geprobeerd duidelijkheid te krijgen over de reikwijdte van deze erfdienstbaarheid. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen, waarin het de VvE de mogelijkheid heeft gegeven om getuigen te horen in contra-enquête. In het tussenarrest van 14 november 2017 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van de VvE, waarbij de vraag centraal stond of de VvE getuigen wilde oproepen met betrekking tot de bewijsopdracht die de rechtbank in eerste aanleg had gegeven.
Tijdens de procedure heeft de VvE aangegeven vier getuigen te willen horen. De geïntimeerde heeft hierop gereageerd en gesteld dat het horen van deze getuigen enkel betrekking kan hebben op de bewijsopdracht in eerste aanleg. Het hof heeft de VvE vervolgens toegestaan om de vier getuigen te horen, maar heeft ook aangegeven dat het verzoek van de VvE om terug te komen op eerdere eindbeslissingen in het tussenarrest niet in behandeling wordt genomen, omdat dit verzoek niet in lijn was met de doelstelling van de aktewisseling.
De uitspraak van het hof houdt in dat de VvE de gelegenheid krijgt om de getuigen te horen in contra-enquête, waarbij de raadsheer-commissaris, mr. J.I.M.W. Bartelds, de hoorzitting zal leiden. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de VvE moet tijdig aangeven welke getuigen zij wil horen. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 6 februari 2018.