Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, bijgestaan door [A] , gepensioneerd Register Makelaar-Taxateur, en namens de Heffingsambtenaar, [B] , WOZ taxateur.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
- De onroerende zaak ligt op het laagste punt van [woonplaats] en bij hevige regen is er sprake van wateroverlast. In 2016 is het riool vernieuwd, maar de situatie is niet verbeterd. Ter illustratie toont belanghebbende, met instemming van de Heffingsambtenaar, een tweetal video’s op zijn mobiele telefoon van de overlast in zijn woning van een op 5 september 2018 plaatsgevonden onweersbui. Op de video’s is regen te horen en te zien dat in de toiletten op de begane grond rioolwater opborrelt.
- In het door [A] opgestelde taxatierapport is de waarde van de onroerende zaak bepaald op € 115.000. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de overlast van het riool en optrekkend vocht. De waarde bedraagt derhalve € 100.000.
- Met alle omstandigheden die belanghebbende in hoger beroep aandraagt is in het taxatierapport voldoende rekening gehouden. Een aantal van deze omstandigheden, hoe vervelend ook voor belanghebbende, zijn van tijdelijke of subjectieve aard en hebben geen invloed op de waarde van de onroerende zaak. Indien en voor zover dit wel het geval is komen deze tot uitdrukking in de correctie met betrekking tot de factoren kwaliteit, onderhoud en ligging.
- Heel [woonplaats] ligt in overstromingsgebied. Bij hevige regen kan er incidenteel sprake zijn van wateroverlast, dit gebeurt hoogstens eens in de twee jaar.
- In het door belanghebbende in hoger beroep ingebrachte taxatierapport is geen onderbouwing van de waarde van de onroerende zaak opgenomen en ontbreken referentiepanden.
4.Gronden
Hetgeen belanghebbende daartegen heeft aangevoerd is van onvoldoende gewicht ter onderbouwing van de door hem verdedigde waarde van € 100.000. Ook het in onderdeel 4.3 genoemde taxatierapport kan hem daarbij niet baten, nu daarin geen verkoopcijfers worden genoemd van referentiepanden die om en nabij de peildatum zijn verkocht. Daarmee wordt niet inzichtelijk hoe de taxateur tot zijn op € 115.000 geschatte waarde komt.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond, en
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.