Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 10 april 2018;
- de akte na tussenarrest van [appellante] ;
- de akte schorsing rechtsgeding van Warmande;
- de antwoordakte van [appellante] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een incident ex artikel 225 Rv in het hoger beroep van een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De appellante, vertegenwoordigd door mr. D.W. Boere, heeft hoger beroep ingesteld tegen Stichting Warmande, vertegenwoordigd door mr. R.M.A. Lensen. De kern van het geschil draait om de vraag of de onderneming van Warmande, die op basis van een activa/passiva transactie is overgegaan naar ZorgSaam B.V., aanleiding geeft tot schorsing van het geding. Warmande stelt dat door deze transactie de arbeidsverhouding met de appellante is geëindigd, wat volgens haar een grond voor schorsing zou zijn. De appellante betwist dit en voert aan dat Warmande nog steeds verantwoordelijk is voor de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst die vóór de transactie zijn ontstaan. Het hof oordeelt dat de vordering van Warmande tot schorsing van het geding wordt afgewezen, omdat Warmande nog steeds als procespartij kan worden aangesproken voor vorderingen uit het verleden. Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol voor een antwoordakte aan de zijde van Warmande, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.