In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Stichting Casade en een huurder, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak betreft de vraag of de huurder tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door het toestaan van hennepgerelateerde activiteiten in de woning. Casade, de verhuurder, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, nadat op 3 mei 2016 in de woning hennepplanten werden aangetroffen die aan het knippen waren. De huurder ontkende wetenschap te hebben gehad van deze activiteiten, aangezien zij op dat moment niet in de woning aanwezig was. De kantonrechter had in eerste aanleg de vorderingen van Casade afgewezen, maar het hof oordeelde dat de huurder, ondanks haar afwezigheid, onvoldoende maatregelen had getroffen om te voorkomen dat haar woning voor illegale activiteiten werd gebruikt. Het hof concludeerde dat de huurder niet als een goed huurder had gehandeld door haar broer toegang te geven tot de woning en geen toezicht te houden. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en ontbond de huurovereenkomst, met veroordeling van de huurder tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het arrest. Tevens werd de huurder veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.