Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het pleidooi, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de op 11 juli 2018 door [appellant] bij akte toegezonden producties 27 tot en met 32, die [appellant] bij het pleidooi in het geding heeft gebracht.
6.De beoordeling
II GEBRUIK
Bij de (ver)koop is er een winstverdelings-/meerwaardeclausule bedongen ten behoeve van cliënt (artikel IV.6 akte van levering), erop neerkomende dat er winstverdeling dient plaats te vinden tussen de Woonstichting [geïntimeerde] en cliënt wanneer Woonstichting [geïntimeerde] op (een van) de percelen commerciële ruimten bouwt of doet bouwen (…)
In de leveringsakte is het navolgende opgenomen: “Partijen zijn nog met elkaar overeen gekomen dat als koper op (een van) de bij deze akte aangekochte percelen grond substantieel commerciële ruimtes bouwt of doet bouwen, koper verplicht is nader met verkoper in onderhandeling te treden over een eventuele winstdeling.”
Artikel 2
Bij brief van 16 november 2011 wees ik u op de aanspraak van cliënt (…) uit hoofde van een beding vastgelegd in de notariële akte d.d. 13 augustus 1997, waarbij cliënt enkele percelen te [plaats 1] in eigendom overdroeg aan u. (…) In deze brief verzocht ik u te bevestigen dat u bedoeld beding c.q. meerwaardeclausule gestand zou doen, en te berichten met betrekking tot de stand van zaken van de uit de pers blijkende voorgenomen verkoop van de percelen, en het ter zake uit hoofde van de meerwaardeclausule in uw visie aan cliënt toekomende bedrag. In antwoord op die brief berichtte u bij brief van 23 november 2011 dat naar uw oordeel [geïntimeerde] slechts verplicht zou zijn om in onderhandeling te treden (…) over een eventuele winstdeling (…) indien [geïntimeerde] zelf commerciële ruimtes zou bouwen of doen bouwen op de bewuste percelen. Op de hierboven genoemde verzoeken ging u niet in.
Van een onrechtmatige daad is volgens de rechtbank evenmin sprake omdat er nog geen toestemming was van de gemeente om een supermarkt te vestigen ten tijde van de verkoop aan [onderneming] en omdat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat daarop zicht bestond, laat staan dat met het zicht op deze eventuele toestemming het terrein is verkocht om op die manier de meerwaardeclausule te ontlopen (4.8.).
- het taxatierapport waarop dit bedrag is gebaseerd;
- de opdrachtverlening voor deze taxatie;
9.1.3.10 [supermarkt 1] vastgoed BV(…)
- Zeer recent heeft [onderneming] de belangen van [geïntimeerde] en fam. [derde] overgenomen wat betreft de ontwikkeling van een nieuwe winkelvestiging plus woningen, met daarbij een bouwinspanning/-verplichting dat de bouw van de winkelruimte (voor [supermarkt 1] ) met bovenwoningen doorgaat ook al zijn de woningen op voorhand nog niet voor een bepaald minimum percentage verhuurd/verkocht.
De gebroeders [derde] - van de autogarage - gaan verkopen en [geïntimeerde] heeft al het bezit in het winkelcentrum [passage] verkocht aan bouwbedrijf [onderneming] . Alleen [onderneming] , [de vennootschap] en de gemeente hebben er nu nog bezit en dat moet de procedure voor een nieuw winkelcentrum [passage] bespoedigen. De plannen zijn nog onveranderd: er komen enkele grondgebonden woningen en waarschijnlijk een filiaal van [supermarkt 1] met daarboven tien appartementen zo is te lezen in [dagblad] Dagblad.”
Aanleiding
en de gronden van autobedrijf [derde] , zijn aanleiding geweest om te studeren op een verbetering van de stedenbouwkundige situatie. In dat verband is reeds in het bestemmingsplan [bestemmingsplan] van 2000 de mogelijkheid opgenomen om het bestemmingsplan te wijzigen teneinde te komen tot een betere stedenbouwkundige afronding. Met de verschillende eigenaren in het gebied kon echter geen overeenstemming worden bereikt over een integraal plan.
- dat de gemeente bij het vaststellen van het bestemmingsplan [bestemmingsplan] 2000 al rekening hield met herstructurering;
- dat de gemeente(raad) in 2006 beleidsmatig ruimte heeft gecreëerd voor uitbreiding van commerciële ruimte in de [passage] om daar de winkelstructuur van buurtwinkelcentrum naar (klein) wijkwinkelcentrum te veranderen;
- dat de gemeente met de [supermarkt 1] heeft afgesproken dat de [supermarkt 1] zich mag vestigen in het winkelcentrum “ [passage] ”, dat de [supermarkt 1] daarom niet meer ruimte heeft gekregen in het bestemmingsplan [plaats 1] Centrum en dat [geïntimeerde] hiervan op de hoogte was in 2008;
- dat de gemeente in 2010 initiatief heeft genomen om de verschillende partijen [hof: onder wie [geïntimeerde] , zoals zij zelf ter zitting heeft aangegeven] met elkaar in contact te brengen en dat dit overleg heeft geleid tot een nieuw plan waarbij de [passage] wordt gemoderniseerd en (beperkt) wordt uitgebreid;
- dat dit plan er lag vóór de verkoop van de percelen [passage] aan [onderneming] en dat een nieuwe supermarkt met bovengelegen woningen in de [passage] onderdeel uitmaakte van het plan;
- dat de gemeente(raad) in 2011 akkoord is gegaan met uitbreiding van de supermarktfunctie in de [passage] ;
- dat tegelijk met [geïntimeerde] ook autobedrijf [derde] haar eigendom in de [passage] aan [onderneming] had overgedragen zodat alleen de eigenaar van de [passage] , de gemeente en [onderneming] nog betrokken waren bij de plannen;
- dat de Wijkraad achter deze overname en de plannen stond en ervan uitging dat concrete planontwikkeling op korte termijn ter hand genomen zou kunnen worden genomen;
- Dat het plan voor een supermarkt met bovengelegen woningen in 2013 was uitgewerkt tot op het niveau van schetsontwerp inclusief afmetingen, uitstraling, toegankelijkheid en geluid.
De uitspraak