In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een burenconflict tussen twee partijen, aangeduid als [appellante] en [geïntimeerde]. De zaak betreft lekkages die zijn ontstaan door werkzaamheden aan de daken van beide woningen. [geïntimeerde] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen [appellante] om hem te veroordelen tot het betalen van schadevergoeding en het uitvoeren van deugdelijke werkzaamheden aan zijn dak, met een dwangsom als sanctie voor het niet naleven van deze veroordeling. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen een deel van de vorderingen van [geïntimeerde] toegewezen en [appellante] in de proceskosten veroordeeld.
In hoger beroep heeft [appellante] zijn grief ingediend, waarbij hij stelt dat hij al werkzaamheden heeft laten uitvoeren door een dakdekkersbedrijf en dat er sindsdien geen lekkages meer zijn opgetreden. Het hof heeft de procedure beoordeeld, waarbij het de afspraken die tijdens comparities zijn gemaakt in acht heeft genomen. Het hof concludeert dat de eerdere veroordelingen van de kantonrechter niet adequaat zijn geformuleerd en dat [appellante] alsnog gehouden is om de noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren, met inachtneming van de gemaakte afspraken. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen voor zover het betreft de veroordeling tot het uitvoeren van werkzaamheden en de daaraan gekoppelde dwangsom, en legt een nieuwe dwangsom op.
De uitspraak van het hof houdt in dat [appellante] binnen zes maanden na betekening van het arrest de benodigde werkzaamheden moet laten uitvoeren door een dakdekkersbedrijf, met een dwangsom van € 50,00 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 15.000,00. Daarnaast wordt [appellante] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.