Uitspraak
het Huis van Bewaring ‘de Schie’ te Rotterdam,
raadsman mr. C.W. Flokstra, advocaat te Amsterdam,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 september 2018 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de verdediging van een verdachte in een strafzaak. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de raadsheren A.M.G. Smit, A.R. Hartmann en J.T.F.M. van Krieken, die betrokken waren bij de behandeling van de strafzaak. De verdediging stelde dat de raadsheren blijk hadden gegeven van vooringenomenheid door getuigenverzoeken af te wijzen zonder voldoende motivering. De wrakingskamer oordeelde echter dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. De beslissing van de raadsheren om de getuigen niet te horen was niet onbegrijpelijk en de vrees voor vooringenomenheid was niet gerechtvaardigd. Het hof concludeerde dat de raadsheren zich voldoende voorgelicht achtten op basis van de beschikbare stukken, waaronder het journaal van de spoedeisende hulp. De wrakingskamer benadrukte dat zij niet de rol van appelinstantie vervult en dat juridische fouten in de beslissing van de strafkamer niet automatisch leiden tot een gegrond wrakingsverzoek. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem genomen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet.