3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. [appellant] , geboren op [geboortedatum] 1967, is op 16 oktober 2011 in dienst getreden bij [verweerster] voor 38 uur per week. [appellant] was werkzaam in een [filiaal] (verder te noemen: [filiaal] ) filiaal van [verweerster] in [plaats] tegen een basissalaris van € 1.733,46 per maand.
b. [appellant] heeft verschillende werkzaamheden verricht. Hij heeft lange tijd als kok gewerkt in de keuken. Na zijn terugkeer na een periode van ziekte begin 2017 heeft hij schoonmaakwerkzaamheden en kassawerkzaamheden verricht.
c. Op 23 september 2017 heeft [verweerster] [appellant] op staande voet ontslagen.
d. Bij brief van 25 september 2017, hierna: de ontslagbrief, heeft [verweerster] het ontslag op staande voet aan [appellant] bevestigd. In de ontslagbrief is, onder andere, het volgende geschreven:
“
Aanleiding, onderzoek en wederhoorgesprek op 23 september 2017
Tijdens jouw shift op 20 september 2017 ontdekte jouw manager dat je op de kassa een bestelling annuleerde maar de producten toch aan de klant meegaf. Toen jouw manager je daarmee confronteerde, heb je de bestelling alsnog aangeslagen en haalde je geld uit je zak om de bestelling te betalen. Wisselgeld kon je niet teruggeven omdat de klant al was vertrokken. Naar aanleiding van dat incident vermoedden we dat je de financiële richtlijnen had overtreden doordat je het geld van de klant in je eigen zak had gestoken en dat je probeerde om het geld voor jezelf te houden. Dat vermoeden werd gesterkt door de camerabeelden waarin duidelijk te zien is dat je geld van de klant in je zak steekt. Toen we je op 20 september 2017 met de camerabeelden confronteerden, had je geen verklaringen voor jouw gedrag. Op 20 september 2017 ben je door ons geschorst hangende nader
onderzoek.
Na 20 september 2017 hebben we onderzoek gedaan naar voornoemd incident en naar andere door jou geannuleerde bestellingen in september 2017. Dat onderzoek is onder andere gedaan op basis van de uitdraai van jouw kassahandelingen en de camerabeelden. (...)
Tijdens het wederhoorgesprek op 23 september 2017 hebben we je geconfronteerd met de resultaten van ons onderzoek en ben je in de gelegenheid gesteld om te reageren. Je gaf aan geen verklaring te hebben voor de dingen die je hebt gedaan.
Uitkomsten onderzoek
Uit ons onderzoek en het gesprek met jou is voor ons komen vast te staan dat:
( i)
je op zijn minst de Financiële Richtlijnen hebt overtreden door geld van een gast in je eigen zak te steken. Daarnaast heb je ernstig verwijtbaar gehandeld door een bestelling te annuleren terwijl je de bestelling al hebt meegegeven. Tot slot zijn wij er van overtuigd dat als de manager jou niet direct had aangesproken, je het geld voor jezelf wilde houden waardoor je je schuldig had gemaakt aan diefstal.
Je zult begrijpen dat we je voornoemde gedragingen zeer kwalijk nemen, zeker gezien het feit dat van jou als kassamedewerker een hoge(re) mate van integriteit mag worden verwacht en ook gezien het feit dat je op 13 september 2017 nog een officiële waarschuwing hebt ontvangen voor het pakken van producten zonder toestemming en zonder te betalen. Je hebt het vertrouwen van [verweerster] ernstig geschaad.
De redenen die hiervoor zijn genoemd (geld in je zak steken, bestelling annuleren maar toch
meegeven, kennelijk doel om zelf te houden) vormen voor [verweerster] op zichzelf beschouwd en in onderlinge samenhang bezien een dringende reden voor ontslag. (....)”
e. [verweerster] hanteert binnen haar bedrijf de Financiële Richtlijn voor Restaurantmedewerkers (FRR). Deze bepaalt in 4.3 onder meer:
“Het geld dat een gast bij het afrekenen overhandigd aan de kassamedewerker moet op de kassa lade blijven liggen tot de gast zijn wisselgeld heeft ontvangen. Noem het bedrag dat de gast terugkrijgt en tel duidelijk hoorbaar terug voor de gast. De kassa dient na het voltooien van de kassahandeling direct te worden gesloten.”
En in 4.11 Fooi:
“Er wordt geen fooi geaccepteerd. Indien de gast zijn waardering uit om fooi te geven dient de kassamedewerker de fooi indien aanwezig te deponeren in donatie box”
[appellant] heeft op 7 maart 2015 een exemplaar van de FRR getekend en in de bijbehorende, hem door [verweerster] ter ondertekening voorgelegde, schriftelijke verklaring bevestigd dat hij een exemplaar van de richtlijn heeft ontvangen, kennis te hebben genomen van de richtlijn en de voorschriften van de financiële richtlijn te allen tijde zal naleven.
f. Bij brief van 14 september 2017 heeft [verweerster] aan [appellant] een officiële waarschuwing bevestigd voor het pakken van een 5-piece meal, terwijl [appellant] een 3-piece meal als staff meal betaald had. [verweerster] heeft in die brief onder meer geschreven:
“Je bent op de hoogte van de procedures en regels van [filiaal] en je weet dat deze handeling in strijd is met onze procedures. Deze procedures staan onder andere in de financiële richtlijnen.”
De standpunten van partijen en het oordeel van de kantonrechter
3.2.1.In de onderhavige procedure verzocht [appellant] het ontslag op staande voet te vernietigen en [verweerster] te veroordelen tot doorbetaling van het loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en veroordeling van [verweerster] in de proceskosten.
3.2.2.[verweerster] heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de verzoeken van [appellant] . [verweerster] heeft voorwaardelijk, namelijk voor zover de rechtbank het verzoek van [appellant] zou toewijzen, verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden, een en ander met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.