Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 19 september 2017;
- de akte aan de zijde van Fruit World;
- de akte houdende overlegging producties, tevens antwoordakte aan de zijde van CandC;
- het proces-verbaal van enquête aan de zijde van CandC;
- het proces-verbaal van de contra-enquête aan de zijde van Fruit World;
- de memorie na enquête van CandC met productie;
- de antwoordmemorie na enquête van Fruit World met producties.
6.De verdere beoordeling
Voor de landbouw geldt als uitgangspunt LBF. (…) Toen wij begonnen, in 1995, met het verkopen van oogsten op stam die wij van telers hadden gekocht, heb ik daarover in 1995 een gesprek gehad met dhr. [medewerker van de belastingdienst 1] van de belastingdienst in [kantoorplaats] . Dat gesprek was toen nog in verband met Agriculture International Sp.z.o.o. Ik heb [medewerker van de belastingdienst 1] uitgelegd wat Agriculture International deed en ging doen en ik begreep van hem dat dan met het landbouwforfait kon worden gewerkt. (…) De onderneming van Agriculture International is op een later tijdstip overgenomen door de Poolse onderneming Safir. In 2004 is toen Cyprus als vestigingsland gekomen. (…) Op Cyprus is eerst in 2004 Simart opgericht en Simart is opgevolgd door CandC. Aanvankelijk werd er zo gewerkt dat Simart en CandC leverden via een intermediair in Nederland. Dat was eerst [HPI] B.V. en later Euro Fruit Trade B.V. (…) Enige tijd na 2004 is CandC rechtstreeks zaken gaan doen met de afnemers en is EFT er tussenuit gevallen. Simart en CandC leverden aan de intermediairs altijd al met toepassing van LBF. Toen de intermediairs er tussenuit vielen, zijn zij aan de afnemers eveneens met toepassing van LBF gaan leveren. Ik heb toen de afnemers verklaringen toegezonden zoals deze in de procedure zijn overgelegd, dat waren landbouwverklaringen 2011 en 2012. De verklaring 2011 (die in het opschrift vermeldt “BTW verklaring 2011”) is door mij ondertekend. De verklaring van 2012 is niet door mij ondertekend. De verklaringen zijn al in de procedure overgelegd, maar de advocaat van Fruit World geeft thans nieuwe kopieën van deze verklaringen, waarvan u zegt dat deze aan het proces-verbaal van het getuigenverhoor zullen worden gehecht. CandC was gewoon gerechtigd om met toepassing van het LBF te leveren. Dat is ook vastgesteld in de procedure tegen dhr. [betrokkene] , die hier voor de rechtbank en het hof Den Bosch heeft gespeeld. In die zaak heeft CandC het gelijk aan haar zijde gekregen. In de procedure tussen CandC en Fruit World speelt de brief van de belastingdienst, die door [medewerker van de belastingdienst 2] is ondertekend, een rol. Ik hoor mr. Van der Lans zeggen dat [medewerker van de belastingdienst 2] een mw. [medewerker van de belastingdienst 2] is. De belastingdienst heeft voor het oordeel in die brief geen contact met mij opgenomen. (…)
FWB[Fruit World, toevoeging hof]
heeft één kopie landbouwverklaring 2011 (in de tekst van de landbouwverklaring staat BTW-verklaring) overgelegd van CandC Ltd, met daarop een paraaf/handtekening van een niet nader aangeduid persoon. Op deze landbouwverklaring wordt geen datum vermeld. De adresgegevens van FWB staan niet vermeld in de landbouwverklaring, wel een ontvangstdatum (stempel), zijnde 20 juni 2011."
FWB heeft een tweetal kopieen landbouwverklaring 2012 overgelegd van CandC Ltd. Beide verklaringen zijn exact hetzelfde met uitzondering van een op één exemplaar gestempelde ontvangstdatum (5 juni 2012). Op deze landbouwverklaring is geen datum vermeld. Op de landbouwverklaring staat een paraaf/handtekening van een niet nader aangeduid persoon."
te komen op hetgeen in het tussenarrest in r.o. 3.4.2. is overwogen. Het hof gaat aan dat verzoek voorbij. Het hof heeft in voormelde rechtsoverweging uiteengezet dat en waarom - zo al relevant - van enige directe benadeling van CandC ten gevolge van het tijdstip waarop Fruit World haar aanspraak op (terugbetaling van) de opslag op de overeengekomen prijs met LBF heeft doen gelden niet is gebleken. Hetgeen door CandC in haar akte na tussenarrest thans voor een ander oordeel wordt aangevoerd, geeft daartoe geen aanleiding. In die akte stelt CandC dat zij bij een eerder protest van Fruit World niet langer aan Fruit World zou hebben geleverd en dat zij in dat geval de aan Fruit World geleverde zaken aan een andere afnemer zou hebben kunnen leveren die wel tot afname tegen een met LBF verhoogde prijs bereid zou zijn geweest. Bij die stelling verliest CandC echter uit het oog dat LBF geen onderdeel vormde van de tussen CandC en Fruit World overeengekomen prijs. Niet valt in te zien op welke grond CandC harerzijds de overeenkomst met Fruit World zou hebben kunnen ontbinden vanwege het enkele feit dat Fruit World haar erop wees dat CandC niet als landbouwer in de zin van art. 27 Wet OB kwalificeerde en dat Fruit World daarom bij de fiscus geen aftrek van LBF mocht vragen. Bovendien gaat het bij het door CandC gestelde nadeel- het nadeel dat Fruit World, anders dan een of meer andere afnemers, niet ten onrechte LBF in vooraftrek heeft willen brengen - om een aan CandC zelf toe te rekenen nadeel en niet om enig nadeel dat als gevolg van een te laat protest of enig door Fruit World gewekt gerechtvaardigd vertrouwen aan Fruit World valt toe te schrijven. Van een onredelijke benadeling van CandC ten gevolge van een onvoldoende tijdig protest van Fruit World is geen sprake.