Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De man heeft ter zitting verklaard dat hij ervoor heeft gekozen (met zijn broers die ook in [de vennootschap 3] participeren) om, conform het advies van [accountant] , het in eigen beheer opgebouwde pensioen te verlagen naar de fiscale waarde en daaruit gedurende 20 jaar een uitkering te ontvangen van € 15.007,- per jaar. Mogelijke ingangsdatum voor het pensioen was op de leeftijd van 60 jaar van de man, doch uitkering van het pensioen is - en wordt nochtans - van jaar tot jaar uitgesteld. Het hof merkt daarbij op dat de man in beginsel wel jaarlijks de mogelijkheid heeft om zijn recht op pensioen te verzilveren, doch op dit moment heeft de man geen recht op uitkering, zodat het hof inkomsten uit pensioen bij de vaststelling van de draagkracht van de man buiten beschouwing laat.