ECLI:NL:GHSHE:2018:3445
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis rechtbank in hoger beroep inzake aanranding met specifieke bewijsvoering
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 9 maart 2017. De verdachte, geboren in 1989 en thans verblijvende in Vught, was in eerste aanleg veroordeeld voor aanranding. De advocaat-generaal vorderde dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van 100 dagen, met aftrek van voorarrest, en terbeschikkingstelling met verpleging. De raadsvrouw van de verdachte pleitte voor integrale vrijspraak en betoogde dat het hof geen acht kon slaan op een rapport van het NIFP. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, waarbij het zich verenigde met de gronden van het vonnis en aanvullende bewijsmiddelen en overwegingen heeft toegevoegd. Het hof concludeerde dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de dader was van de aanranding, mede op basis van overeenkomsten tussen het signalement van de dader en het uiterlijk van de verdachte. Het hof verwierp het verweer van de raadsvrouw en bevestigde het vonnis van de rechtbank.