Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Verhuur B.V. tegen twee geïntimeerden. De zaak was ingeleid door een exploot van dagvaarding van 21 maart 2018, waarbij de appellante de geïntimeerden had opgeroepen om te verschijnen ter openbare terechtzitting van 10 april 2018. Tijdens de procedure heeft het hof appellante eenmaal een termijn verleend voor het indienen van de memorie van grieven, maar appellante heeft geen grieven ingediend. Hierdoor heeft de rolraadsheer op 17 juli 2018 ambtshalve akte van niet-dienen verleend. Het hof heeft vervolgens een datum voor arrest bepaald.
De beoordeling van het hof was dat appellante, door het niet indienen van grieven, niet kon worden ontvangen in het hoger beroep. Dit leidde tot de conclusie dat appellante niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep. Daarnaast werd appellante veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerden tot aan deze uitspraak waren begroot op € 318,-- aan griffierecht en op € 379,50 aan liquidatietarief. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op dezelfde datum als het arrest.