Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
20 december 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft [eiseres] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 augustus 2018, waarbij [eiseres] niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep. De Hoge Raad heeft de zaak op 20 december 2019 behandeld. De advocaat van [eiseres], mr. M.J. van Basten Batenburg, voerde aan dat de memorie van grieven tijdig was ingediend, maar niet in het dossier was opgenomen. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent concludeerde tot vernietiging van het arrest en terugwijzing naar het hof. De Hoge Raad heeft de argumenten van [eiseres] gevolgd en geoordeeld dat de memorie van grieven inderdaad tijdig was ingediend. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling. Tevens zijn de kosten van het geding in cassatie gereserveerd, waarbij de Hoge Raad de kosten aan de zijde van [eiseres] begroot op € 956,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, en aan de zijde van [verweerders] op € 397,04 aan verschotten en € 550,-- voor salaris.