In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een naheffingsaanslag omzetbelasting die aan belanghebbende was opgelegd. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van € 19.482 aan belasting, met daarbij een boete van € 1.948 en heffingsrente van € 2.249. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende afgewezen, maar later ambtshalve de naheffingsaanslag en de beschikkingen verminderd. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de doorzendplicht van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had geschonden. Het Hof handhaafde de naheffingsaanslag en de beschikkingen na ambtshalve vermindering, maar achtte een boete van 10% passend en geboden. De zaak is ontstaan uit een geschil over de hoogte van de naheffingsaanslag, waarbij belanghebbende van mening was dat deze te hoog was vastgesteld. Het Hof heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslag na ambtshalve vermindering correct was vastgesteld op € 9.714. De uitspraak van de Rechtbank werd vernietigd, en de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan belanghebbende.