Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door mr. L. Eijdems, waarnemend voor mr. Pisters-van Rooij;
- mr. Sanli, namens de man.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de vaststelling van partner- en kinderalimentatie na de echtscheiding van de man en de vrouw. De rechtbank had eerder op 1 december 2016 een beschikking gegeven waarin de man aan de vrouw kinderalimentatie moest betalen, maar de vrouw had hoger beroep ingesteld omdat zij vond dat de alimentatie niet meer voldeed aan de wettelijke maatstaven door gewijzigde omstandigheden. De vrouw en de man zijn op 17 juni 2003 met elkaar gehuwd en hebben samen twee minderjarige kinderen. De vrouw heeft ook een zoon uit een andere relatie. De rechtbank had in 2012 de echtscheiding uitgesproken en in het ouderschapsplan was bepaald dat de man €150,- per kind per maand aan de vrouw moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding. De vrouw heeft in hoger beroep verzocht om de alimentatie te verlagen naar nihil, terwijl de man verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderalimentatie in verband met gewijzigde omstandigheden niet meer voldoet en heeft de ingangsdatum van de onderhoudsverplichting van de vrouw vastgesteld op 29 september 2016. Het hof oordeelt dat de vrouw vanaf die datum geen draagkracht heeft om bij te dragen in de kosten van de kinderen, en heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.