6.1.In overweging 2.1. tot en met 2.6. van het bestreden vonnis van 8 februari 2012 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief I voert [appellant] c.s. aan dat de rechtbank heeft verzuimd alle feiten en omstandigheden in haar oordeel te betrekken. Voor zover nodig, zal de inhoudelijke beoordeling door de rechtbank van de feiten verderop in dit arrest aan de orde komen. Voorts geldt dat de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover die niet zijn betwist, ook in hoger beroep het uitgangspunt vormen. Daarnaast staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de relevante feiten.
a. a) [appellant] c.s. is sinds 2007 eigenaar van een onroerende zaak (boerderij met binnenplaats) aan de [adres 1] te [plaats] , gemeente [gemeente] . [appellant] c.s. is eigenaar geworden op basis van een koopovereenkomst en de inschrijving van een akte van levering, die beide betrekking hebben op het perceel kadastraal bekend als Gemeente [gemeente] , sectie [sectie] , nummer [nummer 1] (dit perceel wordt hierna ook aangeduid als: perceel [perceel 1] ).
b) [geïntimeerde 1] c.s. is eigenaar van de onroerende zaak (boerderij met binnenplaats) aan de [adres 2] te [plaats] , gemeente [gemeente] . Het perceel, waarop de boerderij zich bevindt, is kadastraal bekend als Gemeente [gemeente] , sectie [sectie] , nummer [nummer 2] . Voordat [geïntimeerde 1] c.s. eigenaar was van deze boerderij, was deze eigendom van de ouders van [geïntimeerde 2] .
c) De percelen van [appellant] c.s. en [geïntimeerde 1] c.s. grenzen aan elkaar, evenals de beide boerderijen. Enkele onderdelen van de boerderij van [appellant] c.s. en van de boerderij van [geïntimeerde 1] c.s. grenzen nauw aan elkaar.
d) In 2007 heeft [geïntimeerde 1] c.s. zijn boerderij verbouwd en uitgebreid met een woonruimte ten behoeve van de moeder van [geïntimeerde 2] . Daartoe heeft hij deels gebruik gemaakt van de binnenplaats achter de boerderij, waar een houten aanbouw is gerealiseerd. De zijwand van de aanbouw grenst onmiddellijk aan de zijwand van een deel van de boerderij (te weten een schuur) van [appellant] c.s. Om de aanbouw mogelijk te maken heeft [geïntimeerde 1] c.s. een volière verwijderd, waarvan het dak was bevestigd aan de zijwand van de schuur van [appellant] c.s. De onder de volière gelegen strook grond zal hierna worden aangeduid als: de strook grond.
Er is daarnaast ook nog sprake van een in het verlengde hiervan liggende strook grond die deel uitmaakt van perceel [perceel 1] en die zich bevindt onder de bij [geïntimeerde 1] c.s. in gebruik zijnde bebouwing
aan de straatzijdevan diens boerderij. (Zie hierover nader r.o. 6.7.1. )
e) Voorafgaand aan de verbouwing door [geïntimeerde 1] c.s. stak het dak van de schuur van [appellant] c.s. over ten opzichte van de zijgevel. Die oversteek is door [geïntimeerde 1] c.s. deels verwijderd. [geïntimeerde 1] c.s. heeft daarna het dak van de schuur van [appellant] c.s. zodanig aangepast dat een vloeiende overgang is ontstaan tussen dat dak en het dak van de aanbouw, zowel qua belijning als qua dakbedekking. De aanpassing van het dak van [appellant] c.s. heeft [geïntimeerde 1] c.s. verricht zonder toestemming van [appellant] c.s.
f) In februari 2010 is een brand uitgebroken in de boerderij van [appellant] c.s.. Daardoor is (onder meer) het dak van de schuur, grenzend aan de aanbouw van [geïntimeerde 1] c.s., beschadigd geraakt. Ook het dak van de aanbouw van [geïntimeerde 1] c.s. en het dak van de voorzijde van de boerderij van [geïntimeerde 1] c.s. hebben schade opgelopen. Naar aanleiding van de ontstane schade heeft [geïntimeerde 1] c.s. het dak van de aanbouw aangepast. Daarnaast heeft [geïntimeerde 1] c.s. het dak aan de voorzijde van de boerderij gerepareerd.
6.2.1.In eerste aanleg heeft [appellant] c.s. gevorderd:
1.op straffe van verbeurte van een dwangsom, de onrechtmatig gerealiseerde aanbouw woonkamer inclusief dak te verwijderen dusdanig dat de eventueel alsnog nieuw te bouwen achtergevel (de rechtbank heeft dit in het bestreden vonnis van 8 februari 2012 gelezen als zijgevel) van de aanbouw 120 cm verwijderd zal zijn van de zijgevel van de boerderij van [appellant] c.s.,
2.op straffe van verbeurte van een dwangsom, in overleg met [appellant] c.s. een ter zake deskundige aannemer opdracht te geven om, op kosten van [geïntimeerde 1] c.s., over te gaan tot deugdelijk herstel van het dak van de boerderij van [appellant] c.s., alsmede deugdelijk herstel van de houten penverbindingen van de horizontale en verticale balken van de boerderij van [appellant] c.s., zodat een en ander weer teruggebracht wordt in de oorspronkelijke toestand,
voor het geval geoordeeld zou worden dat [geïntimeerde 1] c.s., op grond van verjaring, eigenaar is geworden van de strook grond gelegen tussen de zijgevel van de boerderij van [appellant] c.s. en de door het kadaster opgemeten perceelsgrens, binnen twee maanden na betekening van het (eind)vonnis:
1. op straffe van verbeurte van een dwangsom, in overleg met [appellant] c.s. een ter zake deskundige aannemer opdracht te geven om, op kosten van [geïntimeerde 1] c.s., over te gaan tot deugdelijk herstel van het dak van de boerderij van [appellant] c.s., alsmede deugdelijk herstel van de houten penverbindingen van de horizontale en verticale balken van de boerderij van [appellant] c.s., zodat een en ander weer teruggebracht wordt in de oorspronkelijke toestand,
2. aan [appellant] c.s. te vergoeden de nader bij staat op te maken schade welke [appellant] c.s. lijdt nu deze niet eenvoudig kan overgaan tot het uitvoeren van herstel- dan wel restauratiewerkzaamheden aan de buitengevel (de rechtbank heeft gelezen: zijgevel) van zijn boerderij en zoals nader omschreven in punt 1.4 van de dagvaarding in eerste aanleg,
3. om te verwijderen de overbouw van de dakconstructie van de door [geïntimeerde 1] c.s. in gebruik genomen bebouwing aan de straatzijde (de oude stal), zoals blijkt uit de foto’s no. 7 tot en met 11 van productie 10 (bij de akte uitlating, tevens wijziging van eis),
met veroordeling van [geïntimeerde 1] c.s. in de proceskosten.
6.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant] c.s., kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
Een kadastrale grensreconstructie in april 2008 heeft uitgewezen dat het perceel van [appellant] c.s. ook omvat een stuk grond (minimaal 1.20 m diep) achter de zijgevel van de boerderij (schuur) van [appellant] c.s. en grenzend aan de binnenplaats van de boerderij van [geïntimeerde 1] c.s.. Nu [geïntimeerde 1] c.s. de aanbouw zodanig heeft gebouwd dat de zijwand daarvan onmiddellijk grenst aan de zijgevel van genoemde schuur van [appellant] c.s., betekent dit dat hij deels op de eigendom van [appellant] c.s. heeft gebouwd. [appellant] c.s. wil zijn boerderij renoveren en is nu niet meer in staat om de zijgevel van de boerderij ter hoogte van de schuur van buitenaf te bereiken. Dat betekent dat de renovatie duurder zal uitvallen. [geïntimeerde 1] c.s. heeft daarnaast eigenmachtig delen van het dak van de schuur van [appellant] c.s. verwijderd. [appellant] c.s. wil het dak van de schuur repareren. Hij ondervindt daarbij hinder van het dak van de aanbouw van [geïntimeerde 1] c.s. [geïntimeerde 1] c.s. heeft onrechtmatig gehandeld en dient de kosten van het herstel van het dak van de schuur voor zijn rekening te nemen.
Bij het realiseren van de aanbouw heeft [geïntimeerde 1] c.s. verder houten penverbindingen van de horizontale en verticale balken in de zijgevel van de schuur van [appellant] c.s. verwijderd. De zijgevel is daardoor instabiel geworden. [geïntimeerde 1] c.s. heeft ook hier onrechtmatig gehandeld.
[geïntimeerde 1] c.s. heeft na de brand (ook) het dak aan de voorzijde van zijn boerderij (de oude stal) aangepast. Daarbij is op ongeoorloofde wijze de bestaande overbouw vergroot.
6.2.3.[geïntimeerde 1] c.s. heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.4.In reconventie heeft [geïntimeerde 1] c.s. gevorderd:
1. te verklaren voor recht dat [geïntimeerde 1] c.s. door verjaring de eigendom hebben verkregen van een strook grond, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend als gemeente [gemeente] sectie [sectie] nummer [perceel 1] en gelegen vanaf de [straat] tussen enerzijds de kadastrale grens tussen de percelen sectie [sectie] nummers [perceel 2] en [perceel 1] en anderzijds de gevel (de rechtbank heeft gelezen: de zijgevel) van de boerderij van [appellant] c.s.,
2. [appellant] c.s. te veroordelen om medewerking te verlenen aan al hetgeen noodzakelijk is om de kadastrale registratie overeenkomstig het sub 1 gevorderde aan te passen, en te bepalen dat wanneer [appellant] c.s. na 14 dagen na betekening van het (eind)vonnis in gebreke mochten blijven hieraan te voldoen, het vonnis in de plaats zal treden van de vereiste medewerking van [appellant] c.s.,
6.2.5.Aan deze vordering heeft [geïntimeerde 1] c.s., kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
[geïntimeerde 1] c.s. en zijn rechtsvoorgangers hebben gedurende een periode van meer dan 50 jaren (en in elk geval gedurende een periode van meer dan 20 jaren) het zichtbare en voortdurende bezit gehad van de strook grond die volgens de kadastrale grensreconstructie deel uitmaakt van het aan [appellant] c.s. toebehorende ‘perceel [perceel 1] ’.
Grenzend aan de binnenplaats van [geïntimeerde 1] c.s., is op de strook grond een bouwwerk gerealiseerd. Aanvankelijk is dit bouwwerk gebruikt als opslagruimte. Naderhand is er een volière van gemaakt. Het bouwwerk is daar in 1947 of eerder neergezet door rechtsvoorgangers van [geïntimeerde 1] c.s. Dit alles betekent dat [geïntimeerde 1] c.s. door verjaring de eigendom van bedoelde strook grond heeft verkregen.
6.2.6.In het tussenvonnis van 8 februari 2012 heeft de rechtbank [appellant] c.s. toegelaten tegenbewijs te leveren tegen het voorshandse oordeel dat de rechtsvoorgangers van [geïntimeerde 1] c.s. sinds 1947 het voortdurende, onafgebroken, ongestoorde, openbare en ondubbelzinnige bezit hebben gehad van de strook grond. Daarnaast heeft de rechtbank in dat vonnis geoordeeld dat [geïntimeerde 1] c.s. onrechtmatig heeft gehandeld, toen hij bij het realiseren van de aanbouw zonder toestemming het dak van de schuur van [appellant] c.s. heeft aangepast.
6.2.7.In het tussenvonnis van 11 juli 2012 heeft de rechtbank overwogen dat [appellant] c.s. heeft afgezien van het leveren van tegenbewijs, zodat is komen vast te staan dat de rechtsvoorgangers van [geïntimeerde 1] c.s. sinds 1947 het voortdurende, onafgebroken, ongestoorde, openbare en ondubbelzinnige bezit hebben gehad van de strook grond. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat beide partijen een akte dienden te nemen. Ook heeft de rechtbank een deskundigenbericht gelast, waarbij aan de deskundige vragen zijn gesteld in verband met de door [geïntimeerde 1] c.s. in 2007 aangebrachte wijzigingen in het dak van de schuur van [appellant] c.s.
6.2.8.In het tussenvonnis van 28 mei 2014 heeft de rechtbank nadere vragen gesteld aan de deskundige.
6.2.9.In het bestreden eindvonnis van 27 mei 2015 heeft de rechtbank [geïntimeerde 1] c.s. in conventie veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan [appellant] van € 11.268,78, te vermeerderen met wettelijke rente. In reconventie heeft de rechtbank de gevorderde verklaring voor recht gegeven (zie 6.2.4. onder 1.). Voorts heeft de rechtbank in reconventie [appellant] veroordeeld:
"om medewerking te verlenen aan al hetgeen noodzakelijk is om de kadastrale registratie overeenkomstig het sub 3.3. toegewezene aan te passen, en te bepalen dat wanneer [appellant] c.s. na veertien dagen na betekening van dit vonnis in gebreke mochten blijven hieraan te voldoen, het vonnis in de plaats zal treden van de vereiste medewerking van [appellant] c.s.".
6.2.10.In hoger beroep heeft [appellant] c.s. na eiswijziging het volgende gevorderd:
Primair:
I) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen om de onrechtmatig gerealiseerde aanbouw inclusief dak te verwijderen, binnen één maand na betekening van het te wijzen arrest, althans op een door het hof te bepalen termijn, en verwijderd te houden, op dusdanige wijze dat, een eventueel alsnog nieuw te bouwen aanbouw 120 cm van de vakwerkmuur verwijderd zal zijn, althans op een afstand dat [appellant] c.s. geen hinder van de aanbouw ondervindt, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat [geïntimeerde 1] c.s. in gebreke blijft,
Subsidiair:
Voor het geval het hof zou oordelen dat [geïntimeerde 1] c.s. op grond van verjaring eigenaar zou zijn geworden van de strook grond gelegen tussen de zijgevel van de boerderij van [appellant] c.s. en de door het kadaster ingemeten perceelgrens dan wel de druplijn:
II) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen om de aanbouw inclusief dakvlak, binnen één maand na betekening van het te wijzen arrest, volledig los te maken en losgemaakt te houden van de boerderij van [appellant] c.s., zodanig dat de aanbouw op geen enkele wijze aan de vakwerkmuur is bevestigd, op straffe van een dwangsom van € 500.—per dag dat [geïntimeerde 1] c.s. in gebreke blijft,
Zowel primair als subsidiair:
III) te verklaren voor recht dat [geïntimeerde 1] c.s. aansprakelijk is voor de door [appellant] c.s. geleden schade,
IV) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 21.134,46, dan wel en in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente,
V) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen tot vergoeding aan [appellant] c.s. van de geleden en nog te lijden schade, te begroten door het hof, ten gevolge van het verlies van een ventilerende werking van de spouw,
VI) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen om de onrechtmatig gerealiseerde overstek te verwijderen, binnen één maand na betekening van het te wijzen arrest, althans een door het hof te bepalen termijn, en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag dat [geïntimeerde 1] c.s. in gebreke blijft,
VII) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen om de onrechtmatig gerealiseerde dakgoot te verwijderen, binnen één maand na betekening van het te wijzen arrest, althans een door het hof te bepalen termijn, en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag dat [geïntimeerde 1] c.s. in gebreke blijft,
VIII) [geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen in de kosten van beide instanties.