Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Federatie Nederlandse Vakbeweging,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellante 2],
gevestigd te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 13 september 2016 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 november 2016;
- de memorie van grieven met producties en een eiswijziging;
- de memorie van antwoord met producties;
- het op 23 mei 2018 gehouden pleidooi, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
6.De beoordeling
Grief 1is gericht tegen dat oordeel.
grief 3klaagt FNV over de afwijzing van de dwangsommen. Volgens FNV kan zij zonder dwangsommen niet of onvoldoende controleren of [geïntimeerde] de cao’s op juiste wijze toepast. FNV heeft aan de hand van voorbeelden toegelicht dat [geïntimeerde] de lonen niet met terugwerkende kracht heeft gecorrigeerd. [geïntimeerde] heeft uitgelegd waarom zij bepaalde werknemers geen nabetaling heeft gegeven. Reeds uit de toelichting op de grief blijkt dat het voor FNV wél mogelijk is om te controleren of [geïntimeerde] de cao’s nakomt. De verschillen lijken grotendeels terug te voeren op het verschil van inzicht over het hiervoor besproken artikel 5.3 en over het aanvangssalaris. Over het aanvangssalaris is FNV echter pas in hoger beroep met een duidelijk standpunt gekomen. Gelet op een en ander, in samenhang bezien en tevens met in achtneming van hetgeen hiervoor in 6.12 is overwogen, ziet het hof geen aanleiding om alsnog dwangsommen aan de veroordelingen te verbinden. De grief faalt.
grief 6blijkt overduidelijk dat [appellante 2] van mening is dat alle salarisbetalingen en nabetalingen onjuist zijn, omdat het aanvangssalaris onjuist was, want niet in overeenstemming met hetgeen zij volgens de cao bij aanvang van het dienstverband minimaal had moeten verdienen. Het hof verwerpt daarom het standpunt van [geïntimeerde] dat de grief niet duidelijk is. Zoals hiervoor al is vermeld, is het hoger beroep ook bedoeld om in eerste aanleg zelf gemaakte fouten te herstellen. Voor zover de vordering van [appellante 2] in eerste aanleg niet duidelijk genoeg zou zijn geweest, is dat in hoger beroep hersteld. Een inhoudelijk verweer tegen deze vordering heeft [geïntimeerde] niet gevoerd. De grief slaagt.
grief 9betrekking.