Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
4.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 17 januari 2017;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi gehouden op 31 mei 2018, waarbij beide partijen pleitnotities hebben voorgedragen en overgelegd.
5.De verdere beoordeling
In confessois dat het eindarrest van 22 mei 2012 van dit hof in kracht van gewijsde is gegaan. Voorts constateert het hof dat dit arrest is gewezen tussen dezelfde partijen als de partijen in dit geding. Ter beantwoording staat derhalve de vraag naar de omvang van het gezag van gewijsde van het arrest van 22 mei 2012, dat wil zeggen of de elementen van dat arrest de in artikel 236 Rv bedoelde bindende kracht in het onderhavige geding hebben.
NJ1992/747, rov. 3.3).