ECLI:NL:GHSHE:2018:2634
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herstel van kennelijke misslag in belastingzaak betreffende naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 juni 2018 een hersteluitspraak gedaan naar aanleiding van een kennelijke misslag in een eerdere uitspraak van 23 oktober 2017. De zaak betreft een hoger beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant over een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd door de Heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, en het Hof had in de eerdere uitspraak een vergoeding voor de kosten van het bezwaar vastgesteld op € 992, terwijl in de rechtsoverwegingen een bedrag van € 492 was berekend. De Heffingsambtenaar heeft het Hof op 11 januari 2018 geïnformeerd over deze misslag, maar de belanghebbende stelde dat de termijn voor cassatie inmiddels was verstreken.
Het Hof oordeelde dat de misslag evident was en dat het bedrag van € 492 in het dictum had moeten worden vermeld. De belanghebbende had geen bezwaar tegen de verbetering, maar stelde dat het tijdsverloop hem belette om cassatie in te stellen. Het Hof concludeerde dat de misslag voor beide partijen duidelijk had moeten zijn en dat herstel mogelijk was, ondanks het verstrijken van de cassatietermijn. De uitspraak werd verbeterd door het bedrag in het dictum aan te passen van € 992 naar € 492, en deze verbetering werd op de minuut van de eerdere uitspraak vastgesteld. De beslissing werd ter openbare zitting uitgesproken en afschriften zijn aan de partijen verzonden. Tegen deze hersteluitspraak staat geen beroep in cassatie open.